Heb het zin?

Heb het zin?

Die woorden sprak mijn moeder op haar sterfbed toen ik opperde om een pastoor langs te laten komen. Ze worstelde met de vraag of ze tot de hemel toegelaten zou worden.

Ik antwoordde: ‘Het heeft zin als jij denkt dat het zin heeft.’

Tot drie maal toe herhaalde ze haar vraag. Driemaal gaf ik hetzelfde antwoord in andere bewoordingen.

Uiteindelijk stemde ze toe.

De vrouwelijke pastoor stelde haar gerust. Ze had een zwaar leven gehad, met een groot gezin, had hard gewerkt en veel goed gedaan, dus ja, ze zou zeker toegelaten worden.

Mijn moeder straalde als een klein kind dat even van haar zorg verlost was, zich verheugend op wat komen gaat.

‘Heb het zin?’ Die woorden echoën nog regelmatig door mijn hoofd als er zich een situatie voordoet waarin geloof en vertrouwen de kern van de zaak is. Zoals dit najaar toen het Investico onderzoek naar het biologische landbouwbeleid van de overheid in de afgelopen vijftien jaar gepubliceerd werd. Een beleid van B zeggen en A doen; biologisch als voorbeeld benoemen en het geld naar mainstream regulier doorpompen. Nog veel erger dan verwacht. Toen dacht ik even; heeft het wel zin om hiertegen te blijven vechten. Zelfs de EU Farm to Fork strategie heeft het tij niet echt doen keren.

De lezing van Van der Ploegs Gesloten vanwege stikstof geeft nog meer inhoud aan de twijfel. Het Nederlandse landbouwbeleid beschermt en bevoordeelt het agro-industriële complex met de bijbehorende kosten-efficiënte landbouwstroming, door Van der Ploeg bestempeld als de ‘optimale landbouw’, zeg maar de piekbelasters van stikstof. Door niet de uitstoot maar de depositie als beleidsinstrument te nemen zijn het de kleinere ‘zuinige boeren’ rond natuurgebieden die met sluiting bedreigd worden. En hun stem wordt in het boeren protest misbruikt om het hele stikstofbeleid omver te trekken. Zij zijn de kwetsbare vluchtelingen die als rechtvaardiging zijn opgevoerd door de militante fracties die oproepen tot geweld, die op hun beurt ondersteund worden door de agro-industriële toeleveranciers van veevoer, zaadgoed, machines, ‘kennis’ en geld.

Door de jarenlange opeenstapeling van neoliberaal beleid, uiteenlopend van de Groningse gasroof tot de uitkeringsfraude, van de jarenlange bezuinigingen op zorg, onderwijs en openbaar vervoer tot de uitverkoop van sociale woningen, zijn grote groepen kwetsbare mensen in de kou gezet. De sluimerende onvrede is versterkt door Covid en de Engelen van deze wereld die met succes de achterdocht over de overheid hebben opgepookt. De boerenprotesten, voornamelijk gericht tegen al veel te lang uitgesteld beleid om de schadelijke effecten op natuur, biodiversiteit, water, dierenwelzijn en gezondheid te beteugelen, klonken als muziek in de oren van alle ontevreden groepen in de samenleving. Dat leidde tot een grote overwinning van BBB bij de provinciale verkiezingen in het voorjaar van 2023. De val van het kabinet over het vluchtelingenbeleid heeft de weg geopend naar de onverwachte monsterzege van PVV. Alle wanproducten van het neoliberale beleid – te lage lonen in zorg en onderwijs, het gebrek aan goedkope sociale woningen in de huursector, het gebrek aan voorzieningen in de provincie – zijn met succes afgewend op de zwakste schakel, de vluchtelingen – en hebben de eenmanspartij die al jaren moslims en buitenlanders als aambeeld gebruikt, aan de eclatante overwinning geholpen.

Het ligt voor de hand dat de politieke partijen die de grootste verkiezingswinst hebben behaald – PVV, NSC en BBB, gefaciliteerd door de VVD, de motor van het neoliberale wanbeleid – in een nieuw kabinet gaan regeren. Het is niet zo moeilijk te bedenken waar dit rechts-populistische kabinet toe gaat leiden. De beste vergelijking is waarschijnlijk het Brazilië onder Bolsonaro: vrij baan voor de grootschalige landbouw ten koste van de natuur, het muilkorven van de media, negeren van alle wetenschappelijke alarmbellen, het opjagen van vluchtelingen (in Brazilië is dat de inheemse bevolking) en een paar douceurtjes voor het volk dat aan de andere kant wordt afgeknepen.

Welke hoop kunnen we putten uit dit donkere scenario? Heb het nog zin om ergens op te hopen?

Het mooie van hoop is dat niemand je die kan afnemen. En de hoop mag best irreële vormen aannemen, zoals hoop op een echt rechtvaardige samenleving met behoud van een goed functionerende democratie. We hoeven niet af te glijden naar het Hongarije van Noord-West Europa, ook al vertoont de leider van de ondemocratische eenmanspartij PVV trekken van Orban. We mogen zelfs hopen op een landbouwvernieuwing die natuur en boer weer dichter bij elkaar brengt. Er zijn duizenden boeren, waaronder de 2.250 biologische boeren, die dit dagelijks in praktijk brengen. Zij zijn veel minder afhankelijk van de agro-industriële toeleveranciers en verdienen beter dan de ‘optimale boeren’ die weinig overhouden door de hoge kosten voor inputs en bancaire financiering.

Wat nodig is voor de hoop op een geslaagde landbouwtransitie is gezond verstand. Ook een kabinet met een populistische agenda zal binnen de marges van de EU-afspraken over natuur, biodiversiteit en waterkwaliteit moeten opereren. We zijn immers sterk afhankelijk van onze export naar bijvoorbeeld Duitsland, dat wel de richting van vergroening heeft omarmd. Ja, het heeft zin om te tonen wat goed rentmeesterschap oplevert, voor onze omgeving én voor onszelf. Laat 2024 maar het jaar van de gekoesterde hoop zijn. En het jaar waarin onze samenleving laat zien dat het de democratische waarden hoog in de Nederlandse vlag heeft hangen. Het jaar waarin het gemeenschappelijk belang van de overgrote meerderheid het wint van de individuele belangen van een kleine maar machtige groep bedrijven, met oog voor de noden van dezelfde minderheid om de bocht naar een duurzame toekomst te maken. Het wordt een mooi jaar!

Nat, droger, warmst

We raken er al een beetje aan gewend, de weerrecords die de afgelopen jaren keer op keer gebroken worden. En 2023 spant opnieuw de kroon: het natste én het warmste jaar sinds de start van de metingen… En in het voorjaar werd het record van de langste droogteperiode in Nederland gevestigd. De klimaatverandering is onontkoombaar en raakt ons allemaal. De een duidelijk harder dan de ander, vooral economisch. In Nederland zijn het de boeren die het meest lijden onder ‘het nieuwe normaal’ van te droog, te nat en te warm. En u weet, als de boeren lijden, dan gaat de burger ook lijden, want de voedingsprijzen zullen stijgen.

Gisteren zag ik een bericht van de LTO belangenorganisatie. Ze vinden dat de overheid de weerrisico’s van de boer moet gaan afdekken via de fiscus. Dat klinkt als een regeling waarbij de winst voor de ondernemer is en het risico cq de schade voor de samenleving. Een beetje vergelijkbaar met de lucratieve uitkoopregeling van piekbelasters in stikstof. Naarmate je meer geïnvesteerd hebt in kosten-efficiënte roofbouw op dier, bodem en natuur, krijg je extra compensatie om ermee te stoppen. Verder weg van het principe ‘de vervuiler betaalt’ kan je niet geraken.

Onder de Kerstboom trof ik het boek ‘Gesloten vanwege stikstof’ van Jan Douwe van der Ploeg aan. In het inleidende hoofdstuk beschrijft hij de hardnekkigheid waarmee alle dominante actoren in de agro-industriële keten de economische succesformule van de ‘optimale landbouw’ met hand en tand verdedigen. Ook al staan alle parameters op rood (het klimaat, de bodem, de waterkwaliteit, de biodiversiteit…), het kan niet aan de eigen landbouwpraktijk liggen, want die is ‘optimaal’. Jammer dat het klimaat, de biodiversiteit, de natuur, de bodem en het water dat nog niet begrepen hebben, maar dat is een kwestie van tijd. Het optimale doordrenkt tenslotte alles en dan zullen ze het wel begrijpen, die weerbarstige natuurlijke elementen. ‘Man ist was man isst’, dus dooreten mensen, u gaat het vanzelf een keer begrijpen hoe optimaal ons landbouwsysteem is.

En wat een overwinningen dit najaar voor de multinationale grootverdieners van de ‘optimale’ agro-industrie, zoals Basf, Yara en Heus. Geen rem op chemische middelen, glyfosaat weer voor tien jaar veilig gesteld en gentech bevrijd van etikettering, waardoor de ‘optimalisering’ nog verder vrij baan krijgt zonder dat de consument er weet van heeft. De Farm-to-Fork strategie heeft het nakijken.

Via een oude kennis die zich stort op de geschiedenis van de biologische landbouw in Nederland, ben ik te weten gekomen dat de geschiedschrijving over de Nederlandse landbouwontwikkeling al geruime tijd geleden gestaakt is aan de WUR. Voor de economische en milieugeschiedenis vanuit een mondiaal perspectief is een leerstoel. Voor de vaderlandse landbouwgeschiedenis is geen leerstoel. Dat verbaast me hogelijk. Je zou verwachten dat de befaamde landbouwuniversiteit aan de Mansholtlaan

niets liever zou doen dan de vruchten van de aldaar uitgebroede kennis ter bevordering van de ‘optimale landbouw’ geschiedkundig te beschrijven. Of is de geschiedenis van de ‘optimale landbouw’ minder rooskleurig? Een decennialange ontkenning van de kwalijke effecten ervan en het onvermogen om daar verandering in aan te brengen? De enige manier om dat te vol te houden is het ontkennen van feiten in plaats van ze objectief te beschrijven. Liever misleidende trots over het voeden van de wereldbevolking dan het licht op de effecten voor onze omgeving. En alles wat daarin misgaat ligt per definitie niet aan je eigen handelen, maar aan anderen en de omstandigheden. Zodra het jezelf schaadt houd je de hand op voor schadeloosstelling. Dus objectieve geschiedschrijving is wel het laatste waar de ‘optimale landbouw’ op zit te wachten. Beter richten we ons op de toekomst van optimale efficiëntie die in stand gehouden wordt door de ontkenning van haar geschiedenis. Hier zou je een aangepaste beurswaarschuwing op kunnen loslaten: behaalde resultaten uit het verleden vormen een garantie voor de toekomst. Nat, natter, nats, droog, droger, droogst en warm, warmer, warmst.

https://nos.nl/artikel/2503101-knmi-2023-natste-en-warmste-jaar-sinds-begin-metingen

Glyfosaat

Onlangs nam ik deel aan webinar over glyfosaat, georganiseerd door de Brabantse Milieufederatie. In Noord-Brabant waait al geruime tijd een duurzame en biologische beleidswind. Vlak voor de Provinciale Statenverkiezing van voorjaar 2023 werd nog een uitbreidingsstop ingesteld, als druk op de ketel om stikstofreductie te forceren. De BoerBurgerBeweging werd de grootste, de partij die opgericht is om boeren geen strobreed in de weg te leggen. Bij de formatie overspeelde de partij haar hand en dat inspireerde de overige partijen om zonder BBB een college te vormen dat de groene agenda van Noord-Brabant doorzet.

Glyfosaat, zo is duidelijk, fungeert net als stikstofreductie als een rode lap voor de ogen van de politieke partijen die van mening zijn dat er niets mis is in de super intensieve Nederlandse landbouwpraktijk. Toegepast op de akkers fungeert het vooral als een oranje schaamlap. Volgens de producent ervan, Bayer-Monsanto, is het onschadelijk. Volgens de boeren die het gebruiken is het middel, waarvan het gebruik voor het bouwrijp maken van akkers en weilanden in twintig jaar geëxplodeerd is, gewoon onmisbaar. Onmisbaar geworden binnen twintig jaar van de immer voortschrijdende kosten-efficiënte landbouwpraktijk, want het kost minder tijd om de akker bouwrijp te maken en tijd is geld.

Onlangs was er veel internationale ophef over de verlenging van het gebruik van glyfosaat in de EU, dat al in 2015 het predicaat “mogelijk kankerverwekkend” verwierf van de WHO. Sindsdien zijn er steeds sterkere aanwijzingen dat glyfosaat, samen met andere pesticiden, tot een verhoogd risico op Parkinson leidt. De EFSA zag geen gezondheidsrisico’s, de Commissie stelde een verlenging van vijftien jaar voor, de EU-landen kwamen niet tot overeenstemming en dus kan de oranje trein weer verder voor zeker tien jaar, ondanks een noodkreet van 159 Nederlandse wetenschappers om glyfosaat niet meer te gebruiken. PAN, een internationaal netwerk dat ten strijde trekt tegen pesticiden, heeft een zaak bij het Europese Hof aangespannen.Ook lokaal borrelt het. Er zijn meer dan tien Nederlandse gemeenten die inmiddels het gebruik van glyfosaat op gemeentelijke landbouwgronden hebben verboden, waaronder Enschede en Leerwaard.

Tegen deze rumoerige achtergrond vond de Noord-Brabantse webinar over glyfosaat plaats op 28 november. Met ruim 80 bezoekers, waarvan het merendeel geïnteresseerde burgers.Met als hoofdspreker Bas Bloem, specialist op het gebied van Parkinson. Hij is de man die vanuit zijn praktijkervaring en specialisatie in Parkinson actief op zoek is gegaan naar de mogelijke oorzaken van de wereldwijde pandemie. En de noodklok heeft geluid over de schadelijke invloed van de toenemende luchtvervuiling, in het bijzonder pesticiden. Een klokkenluider dus, en die ontvangen zelden de waardering die ze verdienen omdat het niet iedereen uitkomt wat onthuld wordt.

Uit de inleidende woorden van Bloem valt af te leiden dat hij voorzichtiger is geworden in zijn formuleringen. Waar hij een jaar geleden nog onomwonden biologische producten aanprees als gezond alternatief voor met chemie bespoten producten, stelt hij zich nu op het standpunt dat we geen paniekvoetbal moeten spelen. Geen bezwaar tegen het voortgaande gebruik van glyfosaat, de boer moet ook verder kunnen en risico’s voor zijn oogst kunnen managen, en de Rabobank zou een boer die zonder chemie werkt schadeloos moeten stellen als oogsten mislukken. Letterlijk zegt hij dat hij niet tegen glyfosaat of boeren strijdt, maar tegen de snelle groei van Parkinson. 

Wat Bloem vervolgens aan “bewijsmateriaal” op het scherm toont, spreekt wel boekdelen. Wereldwijd is Parkinson in 20 jaar tijd verdubbeld, in Nederland is de ziekte tussen 2001 en 2021 toegenomen van 39.000 naar 59.000 mensen. Mannen lopen een hoger risico dan vrouwen, waarschijnlijk vanwege een hoger beroepsrisico. Hij toont de resultaten van Amerikaans en Frans onderzoek waar Parkinson vooral in landbouwgebieden veel voorkomt en dus niet homogeen over de regio’s verspreid is. In Frankrijk is Parkinson officieel als een beroepsziekte voor boeren aangemerkt. De ziekte komt ook vaker voor bij omwonenden van intensieve landbouwgebieden, zoals de wijnbouwstreken. De tabel van het effect van residuen in de voeding van Parkinsonpatiënten op het ziekteverloop is ook indrukwekkend: de achteruitgangwordt aanmerkelijk versneld. Ook recent Nederlands onderzoek (Sprint onderzoek – WUR) geeft reden tot verontrusting: bij zowel boeren als omwonenden worden grote aantallen verschillende residuen gemeten in huisstof. Bij boeren tot wel 100 verschillende pesticiden. 

Het vaak gehoorde argument dat de toename van Parkinson komt door onze gestegen levensverwachting veegt Bloem krachtig van tafel. Het omgekeerde is volgens hem aan de hand: doordat we langer leven dan vroeger heeft Parkinson meer kans om zich te manifesteren omdat de opbouw in de regel over tientallen jaren plaats vindt. Ook het argument dat Parkinson meer gevonden wordt door verbeterde diagnostische tests spreekt hij tegen. Parkinson groeit veel sneller dan andere ziektes, zoals MS, waarvan de diagnostiek sterk verbeterd is in de afgelopen decennia. Genetische oorzaken kunnen wel een rol spelen, maar het bungelt onderaan in de tabel van overerfelijke ziektes. 

Bloem legt uit dat het probleem bij de beoordeling van gezondheidsrisico’s door instanties als EFSA en CtGB ligt in het type onderzoek waar zij zich op baseren: enkelvoudig per chemische stof. Er is nieuw onderzoek (Nature communication) dat aantoont dat de cocktails van chemische residuen extra schadelijk zijn. Stoffen waarvan in enkelvoudig onderzoek geen negatief effect aangetoond kan worden, blijken in samenhang met andere stoffen wel een schadelijk effect te hebben. Het tweede bezwaar van Bloem tegen de huidige onderzoeken waar beoordelingen zich op baseren, is dat zij geen rekening houden met lange termijn effecten voor de gezondheid. Daar wringt de schoen bij een ziekte als Parkinson stevig; die bouwt zich op over een periode van twintig tot dertig jaar, door de geleidelijke afbraak van de zwarte substantie in onze hersenen.

Ondanks de 180.000 pagina’s met studies over glyfosaat waar de EFSA haar besluit op gebaseerd heeft, diskwalificeert Bloem dit dossier. Het zijn alleen enkelvoudige onderzoeken, grotendeels door de industrie zelf aangeleverd, waarbij hij opmerkt dat de industrie relevante studies over glyfosaat en andere schadelijke stoffen achterhoudt. En ook de EFSA en CtGB erkennen dat de gezondheidscheck onvoldoende is. Bloem projecteert een citaat van EFSA zelf waarin te lezen valt dat de huidige procedures waarschijnlijk geen adequaat inzicht geven in de neurotoxische gevolgen van specifieke pesticiden voor de zwarte hersenmassa en dus geen adequate beoordeling geven van het risico op het ontstaan van Parkinson bij blootstelling aan de stof.

Bloem legt uit dat er een helder idee is welk type onderzoek daar wel uitsluitsel over kan geven: dierproeven, bij voorkeur in de toekomst te vervangen door testen op levende cellen. Ten aanzien van onderzoek kondigt Bloem drie typen onderzoek aan:

1. Een landkaart met de spreiding van Parkison over Nederland.

2. Onderzoek naar de woon-, eet- en leefomstandigheden van nieuwe Parkinson patiënten.

3. Onderzoek naar de effecten van de meest voorkomende cocktails van pesticiden op dieren en/of cellen.

Bloem sluit af met de opmerking dat er op dit moment wel aanwijzingen, maar geen sluitend bewijs voor het effect van pesticiden zoals glyfosaat op het krijgen van Parkinson. Het onderzoek moet het bewijs leveren of dat wel of niet zo is. En daar heeft hij zelf geen profijt van, meldt hij voor alle duidelijkheid, want dat wordt door de onafhankelijke instantieRIVM uitgevoerd.

De ochtend na het webinar heb ik de Nieuwsuur uitzending van 27 november over glyfosaat nog even teruggekeken. Na de inleidende film, met een Parkinson patiënt die in een boksschool terugvecht tegen de ziekte en een boerin die uitlegt waarom glyfosaat zo onmisbaar is als kweek het eiwitrijke raaigras overwoekerd heeft, worden Bas Bloem en Ron Mulder van LTO geïnterviewd. Bloem zegt niets nieuws, maar stelt zich diplomatiek op. Mulder benadrukt nog eens dat het de gemiddelde akkerbouwer een slordige 10.000 euro kan kosten als hij geen glyfosaat meer mag gebruiken. Bloem toont compassie voor de boer en prijst zelfs minister Adema dat hij zich van de EU-stemming heeft onthouden en inzet op extra onderzoek. Mulder roept op om ons neer te leggen bij de beoordeling van EFSA, die door Bloem en EFSA dus inmiddels als inadequaat is bestempeld, want er mag geen twijfel gezaaid worden bij de consument. Die zou nog kunnen gaan denken dat de Nederlandse groenten en fruit niet gezond zijn. Totdat het tegendeel bewezen wordt, natuurlijk. Bloem, in het recente verleden pleitbezorger van biologische producten, onderstreept dat het eten van groenten en fruit positief is tegen Parkinson.

Een vrij recent onderzoek uit 2022 van Helena Sandoval-Insausti e.a in Elsevier Environment International popt op in mijn geheugen. Het betreft onderzoek naar het verband tussen diëten met veel en weinig groenten en fruit en het risico op overlijden door de drie meest voorkomende doodsoorzaken (hart- en vaatziekten, kanker en diabetes). Gebaseerd op data uit drie cohortonderzoeken: langjarig en grootschalig onderzoek naar de relatie tussen leef- en eetstijl en ziektes. Wat daaruit naar voren komt is dat er een groot verschil is tussen het gezondheidseffect van het eten van bespoten en onbespoten groente en fruit. Het gezondheidseffect van een dieet met veel groenten en fruit ten opzichte van een dieet met weinig groente en fruit wordt sterk genivelleerd als ze bespoten zijn. Alleen als een dieet met veel groenten en fruit uit onbespoten groenten en fruit bestaat, ontstaat een substantieel lager risico op overlijden met 30 tot 40% (afhankelijk van de doodsoorzaak) ten opzichte van een dieet met weinig groente en fruit. En dan hebben we het hier dus even niet over Parkinson.

Het was weer een bewogen en informatieve tijd in het dossier glyfosaat. Wordt zonder twijfel vervolgd. In de tussentijd adviseer ik, vanuit het voorzorgsprincipe, aan gemeenten en provincies om het voorbeeld te volgen van de gemeenten, diegeen glyfosaat meer toestaan op gronden die verpacht zijn. Bezorgde consumenten kunnen hun eigen voorzorgsmaatregelen nemen en kiezen voor biologische producten. Daarmee worden bovendien boeren ondersteund die helemaal geen chemische pesticiden gebruiken.

Welzijn of winst?

Al jarenlang schrijf ik blogteksten die vanuit verschillende invalshoeken aantonen dat het kosten-efficiënte agro-industriële landbouw- en voedingssysteem failliet is. Verwoestend voor biodiversiteit, klimaat en gezondheid, en oneerlijk ten opzichte van de meeste boeren en burgers. Het systeem draait alleen door, omdat er nog steeds veel aan verdiend wordt door toeleveranciers, banken, de voedingsindustrie en grote supermarktorganisaties. En bovendien: er is veel in geïnvesteerd is en niemand wil zijn verlies nemen. Versneld afschrijven van een miljoenenstal die 0 emissie oplevert of een energieverslindende miljoenenkas, is weinig aantrekkelijk voor boer en bank.

https://eenvandaag.avrotros.nl/amp/vernietigend-rapport-over-emissiearme-stalvloeren-problemen-met-de-innovatie-blijken-nog-hardnekkiger-dan-gedacht/

Nu de energiekosten de hemel ingeschoten zijn, zijn alle ogen op Den Haag gericht. De burger wordt gecompenseerd, dat is zeker. En nu ligt er een plan voor het MKB, waar energiegevoelige bedrijven en boeren onderdeel van uitmaken. Bakkers, snackbars, sauna’s, kastelers en vele andere type ondernemers die veel energie verbruiken tegen inmiddels verhoogde prijzen, komen in aanmerking als 12,5% van hun kostprijs uit energie bestaat. Merkwaardig natuurlijk. De grootverbruikers in het MKB (tot 250 werknemers) worden gecompenseerd, de bedrijven die bijvoorbeeld door energiebesparende maatregelen onder de 12,5% uitkomen, krijgen geen steun. En de super-grootverbruikers, zoals Tata Steel en Yara kunstmest, gaan ervan uit dat zij, net als voorheen, bijna niks voor hun energieverbruik hoeven te betalen, laat staan dat ze zouden moeten sluiten. De FME noemt de MKB voorstellen een halve oplossing omdat de grootindustrie geen compensatie krijgt. En het ministerie van Financiën vreest dat het allemaal veel te duur wordt.

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/10/14/kabinet-vergoedt-vanaf-1-november-kosten-energie-intensief-mkb

 

Nu iedereen op één onderdeel van de bedrijfsvoering geconfronteerd wordt met de echte kosten (als gevolg van schaarste, niet eens als gevolg van de schade die fossiele brandstoffen veroorzaken aan biodiversiteit en klimaat), wordt zichtbaar waarom het kosten-efficiënte agro-industriële landbouw- en voedingssysteem technisch failliet is en toch verder functioneert: de winsten zijn privaat (aandeelhouders en eigenaren), maar de kosten zijn publiek (afgewenteld naar de samenleving). Via de belasting en overheidsschuld betaalt iedere burger mee aan de subsidies, compensatie- en uitkoopregelingen die nu opgetuigd worden om de winter door te komen. Winter? Het weer wordt alleen maar warmer (vandaag 17 oktober 20 graden!) en instabieler naarmate wij gas en olie via overheidsgeld blijven stimuleren. En de biodiversiteit kachelt nog verder achteruit. Alsof 69% achteruitgang in 50 jaar nog niet genoeg is…

https://www.wwf.nl/wat-we-doen/actueel/nieuws/living-planet-report-2022

Als de markt eindelijk een keer haar werk doet, is de wereld te klein voor de protagonisten van de vrije markt. Laat staan dat we nu echt beginnen met het doorbelasten van CO2 op bedrijfsniveau, zoals in Nieuw-Zeeland overeen gekomen is tussen overheid en boerenorganisaties. Of van biodiversiteitsschade, want die moet wel hersteld worden, willen onze kinderen nog een leefbare aarde erven. En wat zou u zeggen van een belasting op ongezonde productiemethoden en voeding? Veel ziektes hangen daarmee samen en met gemiddeld slechts 45% levensmiddelen op de supermarktschappen (en minder dan 20% van de acties) die als gezond gekwalificeerd worden, is het niet moeilijk om te constateren dat een substantieel van de nationale ongezondheidskosten (+100 miljard op jaarbasis) hieraan toegeschreven kan worden. We worden al voorbereid op de situatie dat niet alle zorg verleend kan worden in de toekomst. Waarom gaan we niet massaal een preventief beleid voeren dat gezond stimuleert en ongezond belast, te beginnen via de BTW en daarna via extra heffingen, zoals op rookwaren.

https://prismic-io.s3.amazonaws.com/thequestionmark/5d0af671-0679-4067-b42a-f037f546ad78_superlijst-nl-gezondheid-2022-v1.0.pdf  (zie pagina 43)

 

Uit de nasleep van het breed gewaardeerde Remkes rapport blijkt dat er nog steeds meer waarde gehecht wordt aan verder modderen, dan radicaal het roer omgooien. En dit betreft nog maar een van de actuele pijnpunten (!). Het is één minuut voor twaalf. Het enige dat nu nog helpt, na 40 jaar modderen, is om vanuit een integrale visie de omslag te maken naar een gezonde landbouw- en voedingspraktijk die dienstbaar is aan welzijn voor allen in plaats van winst voor enkelen.

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/10/14/kabinet-neemt-aanbevelingen-remkes-over

 

Nachtmerrie

Vandaag twee jaar geleden schrok ik wakker uit een droom die zo vriendelijk begon. Op visite bij familie, zelfgemaakte stroopwafels mee en de anekdote dat ik het eens gewaagd had de ongeschreven regel te schenden om niets lekkers in huis te halen als de familie op visite komt. De stemming zit er meteen goed in. Ik sta naast iemand die commentaar geeft op de vitrine van een biologische slagerij. Om een breed publiek te trekken is de helft van het assortiment ‘ready to eat’ en naast vlees zijn er vishapjes en vegetarische versnaperingen in filodeeg. Ik vind het er aantrekkelijk uitzien allemaal, begrijp de kritiek niet op zijn marketingkeuze en toch voel ik dat er iets niet helemaal klopt. Maar ik kan geen woorden vinden om het uit te drukken.

Het volgende moment ben ik ineens bij een bijeenkomst van een adviesbureau die voedingsexperts bij elkaar gehaald heeft om te praten over de toekomst van onze landbouw en voeding. Het blijkt dat ik een van de sprekers ben. Twee vriendelijke dames ontfermen zich over mijn computer om de presentatie klaar te zetten. Ik barst van de presentaties, maar hiervoor heb ik niets voorbereid. Ik word begeleid naar de ruimte waar de gasten zich ophouden. Er zijn vier zaaltjes met een lange tafel waar men druk in gesprek is met elkaar. In het middenruim staan tafels met overvloedig eten. Van broodjes kaas tot enorme bakken met kipsateh en varkensmedaillons. Gasten stouwen hun bord vol. Ik weet me in de droom te beheersen bij het vlees. Dat is bij nader inzien het beste moment: ik herinner mij de afspraak met mijn vrouw om gezamenlijk niet meer dan 8 kilo vlees te eten per jaar, 4 kilo per persoon, het landelijk gemiddelde van de 1,2 miljard Indiërs op aarde. Gemiddeld ruim 10 gram per dag. Ik heb mijn quotum niet verkwanseld in de droom, dat was zonde geweest. Nog vier dagen sparen en ik heb mijn eerste lamsstukje van dit najaar verdiend. Ik keer me af van de vetpotten, kijk naar de geëngageerd pratende gasten en vraag me af wat ik hier in hemelsnaam moet gaan zeggen. Deze mensen zijn niet bijeen om te luisteren, ze willen zelf gehoord worden. Ze zijn allemaal lekker bezig met het praten over wat er anders moet, beter kan en wat ze er zelf aan doen. Er vormt zich in mijn hoofd een heel persoonlijke speech.

Vanuit mijn biografie vertel ik hoe ik als vers afgestudeerde drs. in de Letteren via mijn schoonvader bij een groothandel in biologische producten terecht ben gekomen. Dat was pas een nachtmerrie in het eerste jaar; de schrijver die het woord van een commercieel bedrijf moet gaan verkondigen. Wat een kniebuiging… Toen begreep ik al wel dat als je het woord verkondigt, je het ook moet naleven. Geen grap! Ondanks de afwijkende smaken en torenhoge prijzen begon ik biologisch te eten. Gelukkig smaakte juist het brood, vlees en de kaas juist heel goed, veel beter dan de zielloze hamburgers en nepkaas uit de supermarkt en snackrestaurants. Later ben ik dat woord gaan verkondigen voor de biologische sector. Geen eenvoudige opgave, want de boodschap van de biologische sector is toch wat ongemakkelijk voor de overgrote meerderheid van de artificiele vullingsmiddelensector en haar toeleveranciers tot aan de boze boeren toe. De groene raaigras woestijnen, de uitpuilende stallen met 100 miljoen kippen, 12 miljoen varkens en 4 miljoen koeien, de oranjebruine glyphosaatvelden in het voorjaar, de noodlijdende biodiversiteit, de vervelende dierziektes die overspringen op mensen, van Q-koort tot Corona, en weer terug naar de nertsen, de welvaartsziekten, de overgewicht epidemie, de Parkinson pandemie, de torenhoge ongezondheidskosten, de veel te lage prijzen voor de zogenaamde commodities uit de landbouw waardoor boeren gedwongen zijn om op te schalen en te investeren of te stoppen, de supermarktschappen waar 75% van de producten niet aan de norm van een gezond product voldoet… Als dat je normen zijn, het landschap en de biodiversiteit ondergeschikt maken aan efficiënte en goedkope productie, dieren doorfokken op eindeloze vlees- en melkvermeerdering en ze zo min mogelijk energie te laten verspillen in gesloten stalsystemen, de volksgezondheid ondergeschikt maken aan het verleiden van de smaakpapillen met zoete, zoute en vette vulmiddelen, dan kan ieder woord uit de biologische landbouw en de daarachter liggende natuurvoedingsvisie als een directe aanval ervaren worden. Die betweters met hun mooie verhalen over bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, dierenwelzijn en gezondheid, moet je ze zelf zien. Die natuurlijke middelen zijn echt niet zo onschuldig. En als iedereen biologisch wordt dan stort de prijs daar ook in elkaar. En met zo weinig opbrengst per hectare kan je de wereld natuurlijk niet voeden, dan heb je drie wereldbollen nodig… Allemaal schijnbewegingen, weet ik, trap er niet in, concentreer je op de bal. Als we wereldwijd de dierlijke consumptie halveren, dan vermeerdert de hoeveelheid plantaardige eiwitten zich met een factor 4 a 5. En als het obese westen haar eetverslaving en voedselverspilling van 30% halveert, dan levert dat meer dan voldoende voeding op voor de miljard mensen die honger lijden. Maar dat is helemaal niet wat nagestreefd wordt door mensen die deze tegenwerpingen maken. Het is alleen de bedoeling dat hun eigen nering blijft doordraaien. En je verdient je geld niet in de dorre woestijn, maar bij de groene oase waar mensen met geld zich laven.

Mijn droomtoestand is langzaam overgegaan in een bewuste toestand. Ik lig in mijn bed te oreren voor… Ja, voor wie eigenlijk? De praatsessie tijden zijn voorbij, de tijd is gewoon op. Kijk naar buiten, kijk naar binnen, neem een besluit wat je vandaag gaat veranderen in je eigen gedrag en leef dat na. Leg de wapens neer, halveer je voetafdruk, maak ruimte voor elkaar, voor de aarde, voor je kinderen. In liefde. Amen.

Naschrift:

Vandaag, een dag na de lancering van de vleesindustrie om ‘het eten van vlees te depolariseren’, en ‘vanuit het ambacht weer lekker te maken’, popte bovenstaande tekst ineens naar boven in mijn telefoon. Dat kan bijna geen toeval zijn.

Petrischaal

In mijn vakantie heb ik eindelijk het monumentale boek The wizzard and the prophet van Charles Mann gelezen. Op hoofdlijnen was de inhoud mij bekend via recensies en reacties: natuurwaarnemer Voigt versus wetenschapper Borlaug als spil van de ideeenoorlog tussen de holistische en de reductionistische wereldbeschouwing in de landbouwontwikkeling van de afgelopen honderd jaar. Vertrouwen op de heelheid van de natuur waar we deel van uitmaken of vertrouwen op het verstand van de mens die de natuur haar wil oplegt en modelleert naar eigen believen? De een bestudeerde ineenstortende ecosystemen op locatie in opdracht van de guanowinning op de eilanden voor Peru en de ander bestudeerde de schimmelinfectie ‘stem-rust’ op tarwe en startte een veredelingsprogramma om resistente tarwegewassen te creëren die in combi met kunstmest en bestrijdingsmiddelen hoge opbrengsten opleverden. Ecologisch systeemdenken tegenover high-tech eco-modernisme.

In eerste instantie heeft de geschiedenis ruim baan verleend aan high-tech ecomodernisme. De combinatie van succesvolle veredeling, kunstmest en bestrijdingsmiddelen heeft de wereldvoedselproductie vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw tot begin deze eeuw een enorme boost gegeven. Gelabeld als de “green revolution” heeft ze de geschiedenisboeken gehaald. Die naam zegt wel iets over de toen heersende perceptie van de overwinning van de wetenschap op de vermaledijde natuur die altijd roet in het eten gooit. Na tienduizend jaar geploeter in de landbouw eindelijk de schimmels, bacterien en insecten de baas dankzij veredeling, kunstmest en chemie. In your face, nature!

Er waren ook andere inzichten, zoals de pioniers van de biologische landbouw die de aandacht op de bodem vestigde als startpunt van duurzame en gezonde landbouw en voeding. Maar hun stem was zwak in vergelijking met de triomferende wetenschappers die op het schild gehesen werden door de voedingsindustrie en de politiek. De naoorlogse jaren vanaf ‘45 zijn toch vooral de gloriejaren van de steeds verder intensiverende landbouw. De protagonisten van de biologische beweging werden weggezet als geiten-wollen-sokken en zweefteven die een appel deden op vage termen als ‘levenskracht’, ‘heelheid’ en ‘organisch groeien’. Met doorbraken in de veredeling van grote commodity-teelten als graan, rijst en mais, in combi met kunstmest en bestrijdingsmiddelen, schoten de oogstopbrengsten omhoog en nam de afhankelijkheid van vruchtbare bodems juist af. In Europa was Mansholt de protagonist en politiek wegbereider voor de groene revolutie. Al snel vormden zich enorme overschotten en kwam de boer meer op de wind te staan toen de garantieprijzen werden omgezet in hectaresteun. Alleen door groei en kostpprijsverlaging kon de boer blijven verdienen. Banken financierden maar al te graag en de rest van de keten was verzekerd van lage grondstofprijzen en hoge winsten. Nederland was de beste leerling van de Amerikaanse klas.

En ja, er bleef een tegenbeweging in tact die heel geleidelijk aan kracht won, omdat een betrekkelijk kleine, maar kritische groep intellectuelen, boeren en burgers zich steeds sterker afkeerde van chemische landbouw. Het boek Silent Spring van Rachel Carson, dat op 27 september 1962 verscheen, wordt gezien als het startschot van de milieubeweging en leidde ertoe dat de politiek kritischer ging kijken naar de wildgroei aan pesticiden. De beoordelingssystematiek en maximum toelaatbare restanten in levensmiddelen zoals we die vandaag de dag kennen zijn daar uit voort gekomen. Het invloedrijke boek heeft de groei-explosie van de chemisch-synthetische landbouw niet kunnen voorkomen. Net zo min als het rapport van de Club van Rome dat in 1972 verscheen het tij heeft kunnen keren. Integendeel, de verslaving aan oogst- en opbrengstvermeerdering door middel van mechanisatie, chemie, kunstmest, veredelingstechnieken, stalsystemen, fokprogramma’s, voedingsschema’s en wat er nog meer bij komt kijken is groter dan ooit. De boerenstand is gedecimeerd, terwijl de opbrengsten verveelvoudigd zijn in zestig jaar. Sinds een jaar of tien is de groei aan het stagneren. Er wordt door middel van genetische manipulatie naarstig gezocht naar nieuwe superrassen die de volgende oogstverdubbeling moeten gaan bewerkstelligen. We zijn immers op weg naar 10 miljard monden in 2050 die gevoed moeten worden…

Mann besteedt heel weinig aandacht aan het achterliggende mechanisme dat de triomf van de “groene revolutie” heeft voortgestuwd. Om met oud-president Clinton te spreken: ‘It’s the economy, stupid!’ De levensmiddelenindustrie is dankzij de bevolkingsexplosie na de Tweede Wereldoorlog heel groot geworden. En ze is enorm geconsolideerd geraakt door niet aflatende overnamegolven. De Bayers, Syngenta’s, de 4Farmers en de John Deers domineren de inputs, hulpmiddelen en data voor intensief boeren, de ADM’s, Bunge’s, Cargills en Louis Dreyfusen domineren de grondstofstromen, de Unilevers, Nestle’s Danone’s, Arla’s, Friesland Campina’s en hun nog grotere evenknieën in de VS, Japan en China domineren de merken en de supermarktketens in grote en minder grote landen domineren de afzet naar de consument, steeds meer bedreigd door de Amazons en Alibaba’s die alle consumentenverkoop in handen willen krijgen en dus ook de verkoop van voeding. Consolidatie betekent macht en macht betekent veel winst. En veel winst betekent aantrekkelijkheid voor beleggers, institutioneel en particulier. Als een onderneming veel waarde heeft, zijn er veel beleggers die er belang bij hebben dat die waarde toeneemt. Wat is een mooier vooruitzicht dan groei naar 10 miljard mensen die allemaal moeten eten? En straks ook nog pensioen willen ontvangen via de beleggingen van hun pensioenfondsen. Iedereen heeft belang bij het doordraaien van deze molen. En wie de trechterhalzen in zijn portefeuille heeft, zoals de veevoergiganten, zaadgoed- en pesticidereuzen, oliecrushers, de wereldmerken, netwerk van (digitale) verkooppunten met miljoenen trouwe klanten die bij jou hun voeding kopen en hun financiers, zijn gegarandeerd van veilige inkomsten en groeiende afzet. Die eenmaal verworven posities consolideren is een doel op zichzelf, dat zich door niets of niemand laat afstoppen.

Maar de weerstand tegen de praktijken van de agro-chemische voedingsmolen is de afgelopen decennia steeds verder toegenomen. In de jaren zeventig ontstonden de eerste knullige structuren voor de verkoop van biologische producten. In de jaren tachtig kregen die een impuls vanwege toenemende zorg om het milieu en de gezondheid. De jaren negentig en het eerste decennium van deze eeuw waren de jaren van de grote calamiteiten en schandalen, zoals de gekke koeien ziekte, de varkenspest, de vogelgriep en Q-koorts. De silent spring is de afgelopen decennia werkelijkheid geworden in de groene woestijn van de groene revolutie; 70% van de biodiversiteit is verdwenen sinds het boek van Rachel Carson verscheen. De gezondheidszorg is onhoudbaar als gevolg van het overaanbod van goedkoop ongezond eten waar de meeste winst mee te behalen valt. En toen verscheen het Coronavirus, dat misschien niet een op een toegeschreven kan worden aan een individueel ‘bedrijfsongeval’, maar wel aan de wijze waarop we onze voedingsvoorziening hebben ingericht ten koste van natuur en biodiversiteit. De bufferzone tussen opeen gehokte dieren en dichtbevolkte steden en landen is te smal geworden. En net als in de Bijbel komen de plagen nooit alleen. De grootste bedreiging van dit moment is de klimaatverandering door menselijke invloed. De enorme hoeveelheden energie die de groeiende wereldbevolking door groeiende economische activiteiten verbruikt en de daarmee gepaard gaande stikstof uitstoot in de atmosfeer, gaat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid leiden tot 2 a 6 graden temperatuurstijging met grote gevolgen voor de mensheid.

Waar is hier de nooduitgang? Waarom haasten overheden zich niet om de door de wetenschappers van IPCC geadviseerde noodscenario’s uit de kast te trekken? Waarom reageert Rutte met de populistische woorden dat het wel gezellig moet blijven en we lekker moeten kunnen blijven barbecuen? Omdat kinderen beter dan premiers begrijpen wat er moet gebeuren en zij geen rekening hoeven te houden met de belangen van hun ‘old school network’ en de stem van de kiezer.

Mann vertelt in zijn proloog dat hij in zijn geboortedorp af en toe de beroemde microbiologe Margulis tegen het lijf liep. Ze informeerde of hij zich nog steeds bezig hield met bedreigde diersoorten. Hij verzwijgt dat hij zich op het duo Voigt en Borlaug heeft gestort, want hij weet wel hoe zij erover denkt. De menselijke soort is exceptioneel succesvol en ‘it is the fate of every successful species to wipe itself out. Niet perse uitsterving, maar iets onversneden vervelends waardoor de menselijke onderneming schipbreuk leidt.’ (Vert. BvdI) Noch terug naar de natuur, noch vooruit met techniek gaat de oplossing brengen. Soorten die te succesvol zijn wacht het lot van de bacteriestam in het petrischaaltje van de bioloog; exponentiële groei totdat het schaaltje in de laatste tien seconden volloopt en ineenstort door gebrek aan voeding.

Mann heeft de moed nog niet opgegeven. De idealist Voigt en de vooruitgangsdenker Borlaug geloofden allebei in het vermogen van de mensheid om uit te stijgen boven het natuurlijke mechanisme en er niet door vermorzeld te worden. Zonder het expliciet uit te spreken spreekt hij vertrouwen uit in mensen om, eenmaal doordrongen van de noodsituatie, alle kennis en middelen in te zetten om ons als collectief aan te passen en te overleven.

Het voorbije jaar ontneemt de optimisten onder ons de zuurstof om te blijven dromen van een snelle ‘global awakening’. Overstromingen, bosbranden, hitterecords op vele continenten en het voortwoekerende Coronavirus heeft weinigen ervan weerhouden om weer ‘van de vrijheid te genieten’ en de oververhitte toeristenoorden te bezoeken. We laten onszelf niet graag inperken en vinden dat vooral anderen verantwoordelijk zijn en er wat aan moeten doen. En de mondiale elite van miljardairs, de groep die het zich kan permitteren om zich uit de problemen te kopen, heeft het drukker met de continuïteit van vermogensgroei dan de continuïteit van onze soort op de razendsnel opwarmende aarde. Ook de regeringsleiders, afgelopen najaar bijeen in Glasgow, blijven zich herhalen met holle frasen en loze beloften. Rutte die ‘actie, actie, actie’ roept in de camera van de NOS. Ongeloofwaardiger is nauwelijks denkbaar en toch volop steun, want de barbecue kan gezellig doorgaan tijdens de Indian summer die tot ver in november(!) heeft aangehouden. Weg optimisme. Het is realistischer om tot de conclusie te komen dat het probleem ons boven het hoofd gegroeid is en wij niet in staat zijn om het op te lossen. Net als het relatief kleine probleem van Corona. De korte termijn impulsen winnen het meestal van het vermogen om behoeften uit te stellen. Ik nu, wij later. Degenen die het probleem veroorzaakt hebben, kunnen het zelf niet oplossen. Vrij naar een van de grootste wetenschappers die de mensheid voortgebracht heeft: Albert Einstein. Ik betrok dat altijd op de Wizzards die met nieuwe technieken problemen te lijf gaan die ze zelf met een eerdere vinding veroorzaakt hebben. Wrijven in een vlek. Daarom kon ik optimist zijn, omdat ik via mijn werk een groeiend bewustzijn heb gediend om zonder chemie en andere onnatuurlijke kunstgrepen landbouw te bedrijven die gezonde en eerlijke producten voortbrengt met respect voor de natuur. Ik vrees dat ik te optimistisch ben geweest. We zijn allemaal onderdeel van het petrischaaltje Aarde, waarop we overleven zolang de voedingsbodem ons voldoende blijft geven. Met de groeiende wereldbevolking is er meer voedsel nodig om alle monden te voeden. Alle middelen daarvoor zijn geoorloofd, ben je geneigd te zeggen, en daarom zouden tovenaars en profeten eendrachtig moeten samenwerken om dat doel te bereiken. Dan moet je gezamenlijk eerst de vraag beantwoorden of de oplossing in aanpassing aan en optimale coëxistentie met het ecologische systeem ligt (profeten), of in het beheersen en naar de hand zetten van dat systeem door middel van technieken, zoals chemie en genetische manipulatie (tovenaars). Je zou zeggen dat met name de razendsnelle klimaatverandering door menselijk handelen en de enorme bedreiging daarvan voor iedereen, genoeg urgentie heeft gekregen om tot gemeenschappelijk perspectief te komen. Zolang we op twee benen blijven hinken, onszelf niets willen ontzeggen en blijven gokken op de toverstaf, zetten we alles in de waagschaal. Alles vanuit menselijk perspectief, want het overige leven op aarde kan prima zonder ons.

Willen is doen

Zet biologisch centraal in nieuw landbouwbeleid

Naarmate de biologische landbouw terrein wint in de EU, duiken reeds lang ontkrachte mythes over biologisch hardnekkig op in de (social) media. Er zit een patroon in de wijze waarop tegenstanders van biologische landbouw deze sleetse mythes opdienen om het weg te zetten als onrealistisch, duur en zelfs onverantwoord. Achter deze protagonisten van de verbleekte mythes gaat een wereld van gevestigde agrochemische belangen schuil die vast houdt aan het productie- en businessmodel dat hen zoveel profijt heeft gebracht ten koste van klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn, gezondheid en natuur. Om de vernietiging van ons natuurlijk kapitaal te stoppen moet biologische landbouw en voeding de spil worden in de Nederlandse transitie naar duurzame landbouw.

Eerst de sleetse mythes.

Biologisch is een mooi streven maar ongeschikt om straks 10 miljard monden te voeden.

We gooien mondiaal 30% van ons voedsel weg, we zetten 70% van de plantaardige teelt in voor de vleesproductie, dat 5 tot 10 kilo plantaardig eiwit vereist voor 1 kilo dierlijk eiwit en hebben 50% overgewicht in het Westen vanwege teveel en verkeerd voedsel. Het wereldvoedselvraagstuk is vooral een verdeelvraagstuk. Kijk naar de vaccinatie: die begint -hoe gebrekkig ook- in het Westen, Rusland en China, gevolgd door opkomende landen en eindigt in arme landen. De reden is economisch; wie kan investeren en betaalt zit op de eerste rij, de rest moet wachten. Zo werkt het ook in de distributie van voeding; in Europa en de VS eten we ons obees, in arme landen wordt honger geleden terwijl er nu genoeg is.

Biologisch neemt veel meer grond in beslag die anders voor natuur gebruikt kan worden.

De gemiddelde opbrengst van de plantaardige biologische teelt is 20% lager dan gangbaar. Dat is een feit. Maar die lagere opbrengst levert veel op: geen behoefte aan kunstmest en pesticiden, 30% meer biodiversiteit, een gezonde bodem met een hoger organisch gehalte en dus meer CO2 opname in de bodem en dus beter voor het klimaat, beter waterbergend vermogen en een gezonder product, want minder pesticiden en meer voedingsstoffen. Als je deze opbrengsten optelt bij het 20% hogere landgebruik dan is de totaaloogst nu al veel rijker dan wat intensieve gangbare landbouw te bieden heeft. En die balans wordt alleen maar positiever omdat biologisch zich verder ontwikkelt, zoals met de innovaties strokenteelt, klimaatboeren en veganistische landbouw zonder mest, terwijl gangbare bodems uitgeput raken en de opbrengsten onder druk staan. Voorstanders van intensieve agrochemische landbouw proberen hun externaliteiten omlaag te rekenen door ze om te slaan per kilo product en roepen dan dat ze minder vervuilend zijn dan biologisch omdat ze minder grond nodig hebben. Het sluitstuk van hun argumentatie is dat op de vrijgekomen grond ‘elders’ natuur kan verrijzen. Als je vraagt waar ‘elders’ ligt, kijken ze je niet begrijpend aan. Want zorg dragen voor natuur is uiteraard hun probleem niet. Ze willen alleen iets weg rekenen wat hun bedrijfsmodel bedreigt zonder enige verantwoordelijkheid ervoor te nemen.

Biologisch is te duur en alleen weggelegd voor mensen met geld.

Ja, biologische producten zijn gemiddeld 30% duurder dan gangbare, dat is een feit, maar dat komt voornamelijk omdat gangbaar eten te goedkoop is. Als je daar de kosten voor verlies aan biodiversiteit, CO2 en stikstof uitstoot, achteruitgang lucht- en waterkwaliteit en de schade voor onze gezondheid bij optelt, is gangbaar nu al veel duurder. Als je vervolgens kijkt naar de subsidiestroom dan is er nog iets schokkends aan de hand: 99% van de landbouwsubsidies in de EU, ruim 56 miljard Euro, gaat naar de gangbare landbouw op dit moment. Van alle investeringen en nationale subsidies op investeringen in Nederland zal de verhouding ook in de richting van 99% voor gangbare landbouw liggen. Daar zijn ook vele miljarden aan subsidies en investeringsaftrek mee gemoeid. En dan hebben we het nog niet aan de miljardensteun voor calamiteiten en uitkoopregelingen.

Het probleem van de biologische landbouw is dat het bedrijfsmodel nog niet rond is.

Pardon? Biologisch is het enige systeem dat over de volle breedte inclusief produceert, dus met zorg voor biodiversiteit, vruchtbare bodems, klimaat, schoon water, dierenwelzijn, gezondheid en eerlijke prijzen. True pricing dus! Op eigen kracht is biologisch in 40 jaar tijd uitgegroeid van bijna 0 naar 8,5% areaalaandeel in de EU. Vooral Nederland loopt daarin achter omdat hier de voorkeur is gegeven aan exportgerichte agrochemische landbouw die decennialang kosten heeft afgewenteld op klimaat, natuur, bodem, dierenwelzijn en gezondheid. Alleen dankzij die onrechtmatige afwenteling van kosten op de samenleving en torenhoge landbouwsubsidies vanuit Brussel heeft dat systeem zich zo goed rond gerekend. Maar als je die kosten nu doorbelast is dit systeem failliet. Alleen biologisch rekent zich echt rond. En dat wordt zelfs niet begrepen door de topman van de Rabobank die 85% van de investeringen in de Nederlandse landbouwsector in portefeuille heeft.

In dat licht mag het een wonder heten dat in 2019 al op 8,5% van het EU landbouwareaal biologisch wordt geteeld. En dat is in het achterliggende Coronajaar weer 0,5 tot 1% toe genomen.

Nederland blijft met 3 tot 4% areaalaandeel ver achter bij het Europees gemiddelde omdat wij, afgezien van een paar convenanten in de periode 2004-2011, geen biologisch landbouwbeleid hebben gekend. En daar was een heel logische reden voor; het intensieve en zogenaamd ‘kosten-efficiente’ landbouwmodel van schaalvergroting en veel chemische inputs, is nergens zo succesvol uitgerold als in Nederland. In 60 jaar tijd is het veelzijdige polderlandschap met 400.000 boerengezinnen vlak gestreken tot een groen industrieterrein met nog maar 53.000 boerengezinnen, waar miljoenen liters landbouwgif, miljoenen kilo’s kunstmest en drijfmest over uitgereden worden tussen overbevolkte megastallen met 100 miljoen kippen, 12 miljoen varkens en 4 miljoen koeien. In dat systeem worden miljoenen tonnen veevoer van 5 miljoen hectare landbouwgrond uit het Amazonegebied geïmporteerd. In dat systeem zijn tientallen miljarden geïnvesteerd om onze Nederlandse producten op de wereldmarkt te verkopen. Per saldo geen winstgevende onderneming, maar niemand wil het verlies nemen en daarom volhardt Nederland in het in stand houden van een failliet landbouwsysteem dat roofbouw pleegt op biodiversiteit, bodem, water, gezondheid en het klimaat. En dat is geen mythe als je de overstelpende hoeveelheid onderzoeken en rapporten van het afgelopen jaar leest.

En nu de toekomst.

Gelukkig zitten er een paar verstandige Nederlandse politici in Brussel en hebben zij de sloophamer geïnstalleerd om een einde te maken aan het niet meer zo kosten-efficiënte landbouwsysteem waarin successen uit het verleden geen enkele garantie bieden voor de toekomst.

Als voormalig directeur van Bionext, de brancheorganisatie voor de biologische sector, weet ik als geen ander hoe het is om jarenlang tegen de bierkade van gevestigde belangen te vechten. Tegen de verdrukking in heeft biologisch zich verder ontwikkeld en zich bewezen als robuust en weerbaar landbouw- en voedingssysteem voor een duurzame toekomst. En steeds meer mensen zijn bereid in die toekomst te stappen; 25% van de boeren in Gelderland wil omschakelen naar biologisch als ze daarvoor de kans krijgen. Een ruime meerderheid van de consumenten geeft de voorkeur aan biologisch als het prijsverschil met gangbaar kleiner zou zijn.

Nu Nederland snakt naar bestuurlijke vernieuwing, lijkt ook het klimaat rijp om ruimte te geven aan de omslag naar volledig duurzame landbouw en voeding. De Van boer tot bord doelstellingen van 25% biologisch, halvering van chemische bestrijdingsmiddelen en 20% reductie van kunstmest in 2030 bieden een mooi vertrekpunt voor het nieuwe kabinet, maar gaan feitelijk nog lang niet ver genoeg. Ecorys heeft vorig jaar in opdracht van Greenpeace berekend dat een volledige omslag naar biologische landbouw in Nederland de grootste stikstofreductie realiseert tegen het hoogste rendement op de investering die het vergt. De duurzame toekomst ligt binnen handbereik als nu de juiste keuzen worden gemaakt. En die keuze voor volledig duurzame biologische landbouw en voeding past perfect in het reinigen van het verstikte bestuurlijke klimaat in Nederland (en veel andere landen), waar burgers in de kou staan en multinationals en banken het economische beleid bepalen. De schreeuwende behoefte aan bestuurlijke vernieuwing gaat hand in hand met een omslag naar een duurzaam biologisch landbouw- en voedingsbeleid.

Willen is doen.

De nieuwe norm

Vaak schrijf ik door een externe prikkel, zoals verschijnende glyphosaat velden in het voorjaar of nieuwe cijfers over de obesitas epidemie, een nieuwe blog in een opwelling van ergernis en boosheid. Dat overkwam me ook na de uitzending van Zembla over het belang van de bodem en het schrijnende gebrek aan investeringen van de Rabo in biologische landbouw omdat het te weinig financiële winst oplevert. Deze keer heb ik mezelf beheerst en de blog niet gepost. Hoe kijk je er met enige afstand naar, na de eerste opwinding?

De laatste tijd verdiep ik me wat meer in de veranderingen in de landbouw en voeding sinds mijn geboortejaar en wat die ontwikkeling tot op heden voortstuwt. Ik heb het voornemen daar nog dieper in te duiken, want de eerste feiten zijn al opmerkelijk. In 1960 telde Nederland nog meer dan 400.000 boerenbedrijven, bijvoorbeeld. Daar zijn er nu nog maar 53.000 van over, ruim eenachtste. De hongersnood moet toegeslagen zijn, denk je dan, maar het tegendeel is waar. Dankzij alle technische ontwikkelingen en innovaties, denk aan kunstmest, chemisch-synthetische bestrijdingmiddelen, veredeling van plant en dier, melkrobots, gps-systemen, steeds zwaardere machines en steeds grotere stalsystemen met steeds hogere aantallen dieren, is de productie juist tientallen keren toegenomen. Het is een mirakel. Nederland is dankzij de gespecialiseerde kostenefficiente landbouw tot tweede voedingsexporteur ter wereld uitgegroeid. Zelfs tijdens het afgelopen Coronajaar groeide de export nog met ruim een procent tot het duizelingwekkende bedrag van 95 miljard Euro. Bijna net zoveel als de Rabo wereldwijd in dat landbouwsysteem belegd heeft. ‘Stranded assets’ hoorde ik iemand vorige week die investeringen brandmerken; gestrande beleggingen.

Daarmee zitten we meteen in de kern van het probleem. Ook al begrijpt (bijna) iedereen dankzij de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis, de stikstofcrisis en de gezondheidscrisis dat het einde van het kostenefficiente landbouw- en voedingssysteem met zijn grenzeloze afwenteling van kosten op onze gezamenlijke balans nabij is, niemand die zijn ziel en geld daaraan verpand heeft, wil zijn verlies nemen. Daarom blijft het systeem van goedkope voedselproductie ten koste van klimaat, biodiversiteit, bodem en gezondheid nog gewoon doordraaien. Boer, bank, multinationals, pensioenfondsen en overheid, niemand kan ongestraft uit het systeem stappen. Het uitkopen van een klein deel van de varkensboeren kost de overheid (lees; wij de belastingbetaler) alleen al miljarden, dat grotendeels bij de banken terecht komt om de leningen af te lossen. Een recente toekomstverwachting van Friesland Campina geeft ook geen blijk van veranderingsnoodzaak: FC verwacht dat het aantal melkveehouders met 10% krimpt, maar dat het productieverlies bij de overblijvende melkveehouders wordt gecompenseerd door koeien die nog meer dan de huidige 9.000 liter per jaar gaan produceren. Nog efficienter dus, met risico op gelijkblijvende kostenafwenteling, want de melk mag niet duurder worden. Anders komt de export in gevaar…

En dan zwijg ik over de kosten van Covid, ‘veroorzaakt door het duurste stukje vlees ter wereld’, zoals Sheila Sitalsing onlangs de oorzaak en de gevolgen kernachtig duidde.

De show must go on, dat is het adagium, tegen beter weten in. Het is een potje poker tussen de hoofdrolspelers overheid, multinationals, supermarktgiganten, banken en boeren wie de roetpiet trekt en zijn faillissement kan aanvragen. Misschien is het tijd om een bad bank in het leven te roepen waar de riskante investeringen in worden ondergebracht, om de druk van het financiele systeem te halen. De overheid gaat deze bank beheren. De bank die zijn stranded assets heeft geparkeerd mag alleen nog in echt duurzame en gezonde landbouw en voeding (lees biologisch) investeren. De boer die overschakelt wordt van zijn oude schuld verlost. Nieuwe belastingmaatregelen zorgen ervoor dat de vervuiler nu echt gaat betalen en dat geldt ook voor de multinationals en supergiganten. Wie de gemeenschappelijke waarden niet respecteert wordt van de weg gehaald.

En dan accepteren we ook geen schijnbewegingen meer van supermarktorganisaties en multinationals die het met hun zoveelste zogenaamde duurzaamheidsconcept in eigen beheer proberen. AH adverteert al wekenlang in de zaterdagkranten met haar duurzame landbouwverhalen. De tranen schieten mij in de ogen en niet van ontroering, helaas. Dat de grootgrutter een beperkt korte termijn geheugen heeft blijkt uit hun duurzaamheidszeperd in 2008, toen zij ‘AH biologisch’ inruilde voor ‘AH puur&eerlijk’, een vergaarbak voor alles wat iets duurzamer, fair trade en biologisch was. De klant begreep er weinig van. Na 7 jaar verdween het merk en kwam AH biologisch weer terug op schap. Maar het is geen keuze uit overtuiging, want aan de gewone gangbare producten, de niet-duurzame producten, valt meer te verdienen. Daarom liever een slap duurzaam programma, met een paar kleine stapjes in de betere richting, dat AH zelf dicteert qua inhoud en prijs, dan op volle kracht vooruit met biologisch, dat wettelijk geborgd is. Zo blijft biologisch in Nederland dankzij de marktleider steken op 3 tot 4 procent marktaandeel en maken we geen meters ten gunste van klimaat, stikstof, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid en gezondheid. Supermarkten in Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland laten zien dat het 6 tot 20 procent kan zijn. Alleen al in Duitsland steeg de biologische consumptie vorig jaar met 17% naar ruim 14 miljard.

Het eerder genoemde Friesland Campina is ook net terug van een mislukt alternatief voor biologisch: er is weinig vraag naar de net geïntroduceerde Planetproof zuivel en dus worden de cooperatieleden met Planetproof afgeschaald en komt er meer ruimte voor biologisch. Logisch, want daar is wel behoefte aan en maakt zijn meerprijs waar.

Tenslotte. Tijdens de rijpingstijd van deze blog, is het initiatief van de Rabo voor een klimaatbank onder leiding van mevrouw Baarsma bekend gemaakt. Is dit een afleidingsmanoeuvre van de bank om haar met de dag onzekerder worden investeringen in de kostenefficiente landbouw te redden? Immers, als de wankele leningen aan een noodzakelijkerwijs aflopende vorm van bedrijfsvoering, gesteund worden door beloningen voor opslag van CO2 in de bodem, dan vallen ze te redden als ze maatregelen in de goede richting nemen en daar geld voor krijgen om het hoofd boven water te houden. Zo maak je business van CO2 en red je de grootste vervuilers, want zij kunnen de meeste CO2 reduceren en dus het meeste verdienen. Geen slecht idee. Een beetje teleurstellend dat het begint met een project ver weg van het CO2 rampgebied Nederland, in Afrika, met de aanplant van bomen waar de bank CO2 besparing mee reduceert en klanten in Nederland CO2 credits kunnen kopen om hun eigen uitstoot mee te compenseren. Nederland moet dus nog even wachten en al helemaal mijn vraag hoe dit uitpakt voor de biologische boeren met leningen bij de Rabo? Krijgen zij een bonus voor wat ze al jaren bespaard hebben op de CO2 uitstoot? Of kan je alleen CO2 rentenieren als je veel CO2 uitstoot en dat reduceert? In dat geval wordt de vervuiler beloond en grijpt de biologische boer opnieuw achter het net omdat hij zijn CO2 uitstoot al verkleind heeft. Ik ben heel benieuwd naar de uitwerking van de reddingsoperatie van Klimaatbank Rabo in Nederland om te kunnen beoordelen welk business model hiermee ondersteund gaat worden; de oude of de nieuwe? En waarom niet meteen de biodiversiteit meenemen die al 65% tot 75% is afgenomen in de afgelopen decennia dankzij de kostenefficiente landbouw? En de effecten op de gezondheid?

In het nieuwe normaal, waarin alle negatieve impacts op natuur en mens worden afgerekend, is geen plaats meer voor kostenloze afwenteling op de gemeenschappelijke balans. Bankieren volgens de nieuwe norm wordt een veelzijdig vak voor boeren, bedrijven en burgers zonder een beperkte winst-verlies opvatting.

Lichtpunten voor een nieuw jaar

Lichtpunten voor een nieuw jaar

En wat voor een jaar… Ondanks de Corona pandemie, de aanval op de democratie in de VS en nog een paar handenvol angstaanjagende gebeurtenissen, zijn er gelukkig ook voldoende lichtpunten zichtbaar geweest. En daar richt ik me op, want na de Zonnewende krijgt het licht weer langzaam de overhand. 

Een grote verrassing dit voorjaar was de publicatie van de Green Deal Farm to Fork en Biodiversity strategies door de EU Commissie. Eindelijk urgente en ambitieuze doelen om de agrochemische landbouw een halt toe te roepen ten gunste van biologische landbouw voor herstel van de biodiversiteit, voor het klimaat en voor onze gezondheid. Jammer dat de landbouwministers ook voor de komende 7 jaar 70% van de 370 miljard aan belastinggeld verkwanselen aan een platte hectaresteun voor de agrochemische landbouw die al zoveel kosten afwentelt op de gemeenschap. Business as usual, waar de protesterende boer in die kostenefficiente keten kennelijk niet veel beter van wordt. Gelukkig hebben zij het Malieveld verruild voor de distributiecentra van het grootwinkelbedrijf dat altijd voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten. Als boeren een normale prijs betaald krijgen, hoeven ze natuur, klimaat, dierenwelzijn, water, lucht, het landschap en de gezondheid niet meer te belasten en kunnen de belastingen omlaag omdat er veel minder schade hersteld hoeft te worden. Stel je voor: 20 miljard bezuiniging op ongezondheidskosten (nu 100 miljard!) omdat er overwegend biologische voeding te koop is die wel past binnen de gezonde voedingsrichtlijnen van de overheid. 

Het Questionmark rapport van dit najaar dat tweederde van de voeding in de gewone supermarkt niet past in een gezond voedingspatroon is schokkend. Maar positief is dat de meerderheid van de producten in Ekoplaza en andere biowinkels wel passen in een gezond voedingspatroon. Er zijn dus kleine vrijplaatsen waar gezonde voeding nog steeds de boventoon voert. En nog mooier is dat de biologische speciaalzaken dankzij Corona een sterke groei doormaken dit jaar. De aanleiding is triest, maar een goede crisis schrikt mensen wakker en brengt ons tot een heroriëntatie. Gezonder eten en biologisch eten komen duidelijk als winnaars uit de bus, samen met het kopen van meer lokaal geproduceerd voedsel bij kleinere winkels, rechtstreeks bij de boer en natuurlijk de thuisbezorging. Het maakt een wereld van verschil, biologische teelt en de plek waar je je voeding koopt. 95% van de voedselverkoop is in handen van enkele reuzen, die veel te weinig verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van hun klant en toeleveranciers, de boeren. Alles draait om hun winst en dat gaat al veel te lang ten koste van alles wat van grote waarde is, maar geen prijs heeft in ons failliete economische bestel. 

Klimaat, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, dierenwelzijn, gezondheid, als je de schade die daaraan wordt toegebracht meerekent in de prijs is biologische voeding al veel goedkoper dan de gangbare vulling, omdat ze veel minder kosten afwentelt. De Farm to Fork strategie benoemt de hoge waarde van biodiversiteit voor het klimaat en onze gezondheid en de schade die chemische pesticiden, kunstmest en antibiotica daaraan toebrengen. Ze wil de chemie in de landbouw halveren en kunstmest met 20% verlagen. En ze benoemt dat de Corona crisis alleen nog maar duidelijker maakt dat het systeem om moet. Er wordt zelfs gezinspeeld op fiscale maatregelen. En ja, die zijn noodzakelijk, want daarmee verander je het speelveld. Wat bij roken is gelukt, lukt ook bij voeding: beprijs de schade aan de gezondheid, maak het duur en minder mensen zullen het aanschaffen. Bij voeding zal dat nog veel effectiever zijn: als biologisch goedkoper is, wordt dat de norm. Bedrijven moeten verantwoordelijk worden gesteld en daarom is het proces van Milieudefensie tegen Shell, nog zo’n mooi lichtpunt. Het wordt tijd dat het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ consequent wordt toegepast in een nieuw fiscaal Trueconomy systeem dat boeren en bedrijven stimuleert om zo inclusief mogelijk te produceren, omdat afgewentelde kosten alsnog boven op de prijs terecht komen. In dat model is biologisch al veel goedkoper dan gangbaar, zoals een zeer recent onderzoek in Nature, nog zo’n mooi lichtpunt, laat zien. Vleesconsumptie is het meest belastend, dus dat zal drastisch minder worden, maar wel van veel betere kwaliteit. 

Biologische landbouw en voeding is in dit afgelopen jaar van gezondheids- en klimaatcrisis dus een groot lichtpunt geworden. Het zal niet voor niets geweest zijn dat zo’n 13 jaar na data de achtergrond van het kippenonderzoek onder leiding van Machteld Huber boven tafel gehaald zijn door Zembla. Ze moest destijds onder druk van de WUR en TNO haar conclusie intrekken dat biologische kippen die biologisch gevoerd worden een gezondere afweerreactie vertonen op een virale besmetting. Want ‘er zijn gigantische belangen mee gemoeid’, zoals oud WUR bestuursvoorzitter en oud minister Veerman het uitdrukte. En de gigantische belangen van de ‘gangbare onderzoekers’ zaten nu eenmaal in de gangbare levensmiddelenhoek. Deze gezondheidsconclusie ten gunste van biologische voeding moest van de weg gereden worden. Gelukkig liet Machteld Huber zich niet ontmoedigen en publiceerde zij enkele jaren later een proefschrift waarin zij tot een vernieuwde definitie komt van het begrip gezondheid: de mate van alertheid waarmee een immuunsysteem kan reageren op aanvallen van bijvoorbeeld virussen. Heel actueel in deze Corona crisis. Jammer dat haar onderzoek destijds niet voortgezet is, maar mogelijk dat dit alsnog gaat gebeuren. Alweer een lichtpunt. 

En dan was er nog de uitspraak dit voorjaar van professor Bas Bloem, die onomwonden de olifant in de kamer benoemde: chemische pesticiden verhogen de kans op de neurologische ziekte Parkinson. Bij muizen is dit het geval en bij boeren en mensen in regio’s waar veel chemie bespoten wordt, is dit het geval. Ergo; chemische pesticiden zoals glyphosaat veroorzaken ook de wereldwijde epidemie aan Parkinson. En waarschijnlijk veel meer ziektes. Niet om vrolijk van te worden, maar het lichtpunt is dat iemand die er verstand van heeft, het durft te zeggen. En dat we die troep niet nodig hebben en de EU Commissie onderkent dat met het doel om de chemische middelen in de EU-landbouw met 50% te halveren. 

Ook een groot lichtpunt is dat dit najaar de Nederlandse Bank en het Planbureau voor de Leefomgeving in een gezamenlijk rapport tot de conclusie komen dat eenderde van de onderzochte beleggingen van totaal 1.400 miljard Euro sterk afhankelijk is van klimaatverandering en biodiversiteit. Zonder snelle aanpassingen zijn dit in feite risicovolle investeringen waar lange termijnbeleggers, zoals pensioenfondsen rekening mee moeten houden. Zij pleiten voor een CO2-tax en zo dringen het klimaat en de biodiversiteit de Trueconomy binnen. Zoals David Attenborough met zijn testament heeft laten zien is de afbraak van natuur weliswaar dramatisch geweest tijdens zijn leven, maar kan het tij nog altijd gekeerd worden. Beetje jammer dat hij de intensieve Hollandse substraatteelt als een oplossing toont, maar dat is hem vergeven. Hij heeft nu eenmaal meer verstand van de natuur dan van de landbouw. 

En dan zijn er nog hele hordes die de corona, klimaat, water, bodem, biodiversiteit en gezondheidscrisis ontkennen of zelfs als een complot bestempelen. Om met dr. Fauci, de Amerikaanse Van Dissel, te spreken: leg een arm om hun schouder en zeg ‘laten we samen naar de feiten kijken’. Dat lijkt me een mooi instelling voor 2021. Met Biden gloort er ook weer hoop in de VS, ook voor het klimaat. Wat een groep goed geïnformeerde burgers in Frankrijk aan groene voorstellen heeft voortgebracht is ook hoopgevend met als voorlopig hoogtepunt dat er zeer waarschijnlijk een referendum komt om het klimaat in de grondwet op te nemen. 

En dat brengt me bij het lichtpunt van de Nederlandse verkiezingen en de samenstelling van een nieuw kabinet. Het huidige begon vier jaar geleden zo voortvarend voor het klimaat en heeft ook wat stappen gezet, maar de uitvoering blijft wankel. Vooral op landbouw is een surplace ontstaan. Iedereen begrijpt dat die niet kan blijven voortduren. De goedwillende minister Schouten heeft in haar eentje de omslag naar biologische kringlooplandbouw niet kunnen bewerkstelligen. De grote jongens, gesteund door het militante boerenprotest, willen er nog niet aan, want dan verliezen ze hun goedkope grondstoffen. Nu de protesterende boeren voor de poorten van de distributiecentra staan in plaats van op het Malieveld, dringt hun noodkreet de eigen keten binnen, wat een groot lichtpunt is. Het enige succes van vier jaar Schouten is de magere stikstofwet die er onlangs op de rand van haar ministerschap door heen gekomen is. Het is welbeschouwd vooral een luxe uitkoopregeling voor boeren die goed gecompenseerd met pensioen willen gaan. Nee, er is veel meer nodig, een echte systeemverandering. Het lichtpunt is dat het ministerie van LNV hiervan doordrongen is en de plannen voor de volgende kabinetsformatie aan het smeden is. Om die te realiseren zal een groene verkiezingsuitslag met veel druk op de klimaatagenda nodig zijn. Vaak is een stevige crisis nodig om het roer om te gooien. De crisis is er, dus er komt verandering. Ik zie uit naar de nieuwe lente van 2021.

Voer voor complotdenkers

Voer voor complotdenkers

Ik heb er niet veel mee op, met de woeste complottheorieen over Democratische kindermisbruikers, overheden die de bevolking onderdrukken met covid, of nog erger, de vaccinatie aangrijpen om een chip te implanteren waarmee ze hun slachtoffers kunnen manipuleren. Dat kan eenvoudiger, als een overheid haar bevolking in bedwang wil houden. In China doen ze het met camera’s en data-analyse, net als Facebook en Google in feite, maar dat weet iedereen en dan kan je het geen duister complot meer noemen. We accepteren de manipulatie van de algoritmen gewoon en raken opgesloten in onze eigen bubbel.

Als ik een complot over geheime manipulatie van mensen zou moeten bedenken voor een spannend verhaal, zou ik kiezen voor voeding. Waar mineralen en chloor mag worden toegevoegd aan water, moet het een koud kunstje zijn om het met andere stoffen te vermengen. Als je chemische smaakversterkers mag toevoegen waarmee je de hersenen misleidt, dan is het peuleschil om er een stofje in te stoppen waar iedereen gehoorzaam van wordt. Als je mensen mag vetmesten, met obesitas, hart- en vaatziekten en kanker als gevolg, dan kan je ze toch net zo goed meteen vergiftigen. Als je weet wat er al wordt toegevoegd met vaak nare gevolgen, dan begrijp je niet dat de complotdenkers nooit hun fantasie hebben losgelaten op de duistere kanten van de voedingsmiddelen industrie. De kelder van de New Yorkse pizzeria buiten beschouwing gelaten.

Ik kan u meteen gerust stellen. Hoeveel gif, chemie, gentech en lege vullingsmiddelen er ook verwerkt worden in ons dagelijks eten, van een complot is hier geen sprake. Hooguit van een vorm van misleiding, waar grof geld aan verdiend wordt. De ‘deep state’ in de agrofoodsector zijn de banken, de merkenfabrikanten, de supermarkten, de chemiereuzen met veredelingstakken, de veevoergiganten, de conservatieve boerenlobby en delen van de academische en bestuurlijke wereld, die er samen alles aan doen om het lucratieve businessmodel in stand te houden. We zijn er tenslotte voedingsexporteur nummer twee van de wereld mee geworden. De banken financieren de boeren en de bedrijven. Daar zit veel kapitaal in en als de boeren en bedrijven ineens biodiversiteit, klimaat en gezondheid moeten dienen, dan zijn die investeringen in energieverslindende kassen, overbevolkte kippen- en varkensstallen en de immer opschalende koeienstallen op slag waardeloos. Voor de foodindustrie betekent het verlies van goedkope grondstoffen dat ze hun verkopen zien instorten. En dus wordt er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat het leeuwendeel van EU landbouwgelden (370 miljard gemeenschapsgeld in 2021-2027) beschikbaar blijft voor een platte hectare steun zonder milieu, bodem, dierenwelzijn of gezondheidseisen. De dominante conservatieve cultuur van de Wetenschap buigt mee met de belangen van onze multinationals, niet toevallig giganten met een eigen onderzoekscentra. En het Bestuur buigt eveneens mee, want dat is de uitkomst van het polderen met boeren en bedrijfsleven en het verdedigen van bestaande economische belangen. De landbouw ligt niet alleen aan een kunstmest en chemie infuus, maar ook aan een geldinfuus. En daarom buigt iedere minister van landbouw in Nederland vroeg of laat mee met het hogere economische belang van de machtige agrofoodlobby. Zelfs minister Schouten, die de strijd is aangegaan ten gunste van kringlooplandbouw waar biologisch en natuurinclusief de hemel ingeprezen worden, toont zich nu tevreden met voortzetting van de platte hectaresteun in het GLB voor de komende zeven jaar. Terwijl ze het anders zou willen.

Kan het anders? Het moet anders, want zonder de noodzakelijke landbouw- en voedingstransitie worden de klimaatdoelen niet gehaald, blijft de massa-uitsterving van biodiversiteit voortgaan, neemt de epidemiologische druk van zoonossen nog verder toe, gaat de bodemvruchtbaarheid verder achteruit, gieren de ongezondheidskosten nog meer omhoog en komt de voedselvoorziening wereldwijd onder hoge druk te staan binnen 30 jaar.

Als je het systeem wilt veranderen, moet je de spelregels aanpassen. De eerste nieuwe spelregel: de vervuiler betaalt. Dat betekent het einde van het gratis afwentelen van geexternaliseerde kosten op de samenleving. Want als je de kosten voor afbraak biodiversiteit, grondwatervervuiling, bodemverarming, dierenleed, klimaatopwarming en ongezondheid optelt bij het gangbare levensmiddel, dan is het nu al veel duurder dan een biologisch product. Binnen het model van een ‘echte prijs’ berekening, valt het product dat nu nog kosteloos mag afwentelen op natuur en gezondheid snel van het schap, omdat het te duur wordt. De tweede spelregel: producten die externe afwenteling zoveel mogelijk voorkomen, zoals biologisch, worden vrijgesteld van BTW. Deze producten leveren hun toegevoegde waarde in natura. En natuurlijk valt te voorzien waar de strijd in dit model losbarst: wie berekent de echte prijs? Wat zijn de parameters en welke kosten zijn daarin meegenomen? Over de definitie van gezondheid valt veel te twisten en nog meer te misleiden. Het is Monsanto met vervalste onderzoeksdata gelukt om glyphosaat als onschadelijk voor de gezondheid te laten classificeren in de EU (bron: Zembla). Het is de WUR en TNO gelukt om een veelbelovend onderzoeksresultaat van de gezondheidsvoordelen van biologische voer voor kippen in de kiem te smoren. (bron Zembla). Omdat er grote financiele belangen gemoeid zijn met het erkennen van de feiten. Dat brengt me bij de derde nieuwe spelregel: verbod op institutionele lobby. Voedingsbedrijven moeten een deel van hun omzet afstaan ten gunste van onafhankelijk onderzoek. Ze mogen de onderbouwing van hun claims en ‘echte prijs’ berekening niet zelf laten onderzoeken en met gekleurde resultaten de boer op gaan in Brussel en Den Haag. Er is een onafhankelijke toetsing en er vindt geen lobby plaats. Punt.

Ik overweeg nog een vierde nieuwe spelregel: geen reclame, in welke vorm dan ook, dus niet alleen stopzetting van productplacement via influencers op social media. Gewoon stopzetting van alle reclame voor voedingsmiddelen, zoals dat voor roken is ingevoerd. Het is ingrijpend en ik zal de ‘mooie verhalen’ gaan missen, maar reclame is in essentie ongewenste beïnvloeding van ons gedrag. En het zet aan tot (over)consumptie. Ja, de economie zal krimpen, maar dat geldt ook voor ons overgewicht, en de ecologie kan zich gaan herstellen.