Bezinning

Het Coronavirus dwingt tot bezinning. Nu het openbare leven stil valt en iedereen noodgedwongen zijn kring klein houdt, worden we allemaal uit onze routine gehaald. Hoe moeilijk dat is toonde premier Rutte nog geen week geleden na een TV aankondiging met de RIVM baas Van Dissel over enkele nieuwe normen, waaronder het stoppen met handen schudden. Met de kenmerkende jovialiteit schoot Rutte direct na de laatste woorden op Van Dissel af en greep zijn hand. De RIVM baas wees op de nieuwe norm. Mark schrok en probeerde dat te verhullen met een jolige grimas en amicaal schouderkloppen.

Niets zo moeilijk om je eigen gedrag te veranderen. En ons gedrag, daar mag je best een paar vraagtekens bij zetten. Wie goed waarneemt nu, leert veel over zichzelf, zijn familie, vrienden, leiders en vreemden. Van het beschimpen van Nederlanders met een Aziatisch uiterlijk tot het hamsteren van wc-papier. Van de spontane balkonzang uit Italiaanse stadswijken tot de hulp die mensen aan ouderen aanbieden om niet de deur uit te hoeven.

Deze onvrijwillige les is de komende tijd van betekenis zijn voor ons. Met pijnlijke aspecten van verdriet, verlies en noodzakelijke aanpassing van ons gedrag. Maar ook met de herontdekking van waarden die nieuw geluk en voorspoed zullen brengen. In dat opzicht kan deze virusramp een blessing in disguise zijn; ze toont onze kwetsbaarheid in een tijd dat onze overmoed geen grenzen kent. Ironisch, het Corona virus kent ook geen grenzen, ook al denken sommige leiders daar anders over. Ze reageren alsof het virus een vluchteling is, die de grens illegaal passeert en sluiten hun land voor de buitenwereld af, niet om anderen tegen zichzelf te beschermen, maar om de vijand buiten te houden. Maar het virus is al lang binnen de eigen poorten en zal zijn weg wel vinden. We kunnen het alleen vertragen, ‘de piek uitsmeren’, want over een paar jaar heeft bijna iedereen het virus onder de leden als een onschuldige loopneus of een zware griep.

De angst voor het virus zonder grenzen en de tijd die we nu binnenshuis doorbrengen geeft ruimte om je eigen gedrag onder de loep te nemen. Mijn aanvankelijke gemakzucht heeft plaats gemaakt voor zorgvuldig handelen en heel veel afzeggen. En veel meer contact via what’s app met familieleden, vrienden en collegae. Een gevoel van saamhorigheid in plaats van druk, druk, druk en val me niet lastig. Meer de natuur in en lange gesprekken in huis over hoe om te gaan met deze situatie.

En veel lezen, niet over de zenuwachtige opeenvolging van gebeurtenissen, maar Mak’s terugblik op de turbulente eerste twintig jaar van deze eeuw. Ik werd vanmiddag gegrepen door het verband dat hij trekt tussen het verhaal ‘Do you love me?’ van Peter Carey en het Friese landschap. In het verhaal vervagen nutteloze landschappen, zoals woestijnen, moerassen en kustgebieden, gebouwen, regio’s en mensen die ‘unloved’ verklaard worden. ‘Als ze al enig nut hadden, dan was het als symbolen voor onze dichters, schrijvers en filmmakers.’ (Nuttelozer kan eigenlijk niet en dus schrap je de middelen die ze in stand houden.)

En dan volgt Mak’s beschrijving van een voorjaarswandeling door het doodstille Friese landschap; de verpletterende ervaring van een Silent Spring. Waar het voor de eeuwwisseling nog een drukte van belang was in een kleurenzee van het voorjaar, zwegen de vogels in de groene woestijn. Pesticiden, engels raaigras en overbemesting hebben het nutteloze landschap van insecten, bloemen en vogels uitgegumd. Efficiëntie en productie voor de wereldmarkt, alles voor de handel en de stront blijft achter. Landschapspijn in Friesland. En die treffen we op veel plaatsen aan in Nederland en andere industriële landbouwgebieden in de wereld. Het wijdse zicht boven Hoorn heeft plaats gemaakt voor zielloze productiehuizen dat de glazen stad in Zuid-Holland naar de kroon strekt. En dan de groene biljartlakens die in het voorjaar ineens oranje tot roestbruin verkleuren door een glyphosaat behandeling. Vorig voorjaar op een tocht van midden-Nederland tot Normandie zag ik het aaneengeschakelde roestbruine lint van begin tot eindpunt. De wijdse akkers van Normandie zijn net zo doods en stil als de Friese weilanden. De restant voederbieten liggen vrijwel onaangevreten langs de bespoten velden. Zelfs geen muizen of ratten meer om ze op te ruimen. Bezinning… Is het toeval dat neuroloog Bas Bloem afgelopen week de ruimte kreeg om te waarschuwen tegen een andere pandemie die de wereld overtrekt? De pandemie van Parkinson treft in Nederland alleen al 50.000 mensen op dit moment. De jongste patient van Bloem is 13 jaar oud. Hij is door drie feiten tot het inzicht gekomen dat deze ziekte door landbouwgif (en andere industriele vervuiling) veroorzaakt wordt:

  1. Parkinson neemt wereldwijd sterk toe.
  2. Boeren hebben een verhoogd risico op Parkinson.
  3. Mensen die in een agrarische omgeving wonen waar veel landbouwgif gebruikt wordt, hebben een verhoogd risico op Parkinson.

Ook proeven met ratten en landbouwgif tonen aan dat ratten Parkinson verschijnselen vertonen. Maar dat geldt niet als wetenschappelijk bewijs, omdat mensen geen ratten zijn. En toch poneert deze wetenschapper zijn conclusie met grote zekerheid. Omdat hij de oorzaak wil wegnemen van de ziekte die steeds meer mensen treft. Hij doorbreekt het taboe dat de belanghebbenden van deze praktijk altijd tegenhouden met de stelling dat er geen wetenschappelijk bewijs voor is.

En dan spreekt hij het ineens uit: ‘We zouden in Nederland volledig moeten omschakelen naar biologische landbouw.’ Zo duidelijk heb ik het vanuit de medische hoek nog nooit gehoord. Wel vanuit de hoek van de natuurbeheerders en landschap liefhebbers, maar dat is toch een beetje het domein van de nuttelozen die we de laatste decennia hebben laten vervagen.

En al die jaren is ons voorgelogen dat het landbouwgif een onschuldig wondermiddel is dat ons voorspoed en overvloed brengt. De recente Zembla rapportage over het troetelkind van Monsanto, het meest gebruikte landbouwgif glyphosaat, toont de pijnlijke waarheid. Door fraude en bedrog is dit middel ten onrechte toegelaten in de EU. De wetenschappelijke rapporten waaraan het zijn toelating heeft te danken zijn gemanipuleerd. Onderzoek dat de schadelijkheid heeft aangetoond is jarenlang geheim gehouden. Sinds de eerste rechtszaken in De VS zijn verloren heeft Bayer-Monsanto 10 miljard gereserveerd om de miljoenen claims van kankerpatiënten die met het wondermiddel gewerkt hebben mee af te kopen. En in Europa (en Nederland) wordt het dit voorjaar weer massaal toegepast, terwijl het nooit toegelaten had mogen worden.

Terug naar de bezinning. Het coronavirus toont aan dat als het er echt op aankomt  onze eigen gezondheid veel belangrijker is dan de economie. We gaan nu miljarden investeren met zijn allen om deze uitbraak in te dammen en bij voorkeur zelf niet ziek te worden. Als we daarna nog eens 20 miljard investeren in de overstap naar gifvrije biologische landbouw, dan stoppen we ook de epidemie aan neurologische aandoeningen als Parkinson, verkleinen de kans op diverse welvaartsziekten, verkleinen de risico’s voor zwangere vrouwen en babies en de natuur kan weer herstellen. En we besparen direct op de perverse miljardensteun aan verkeerde landbouwpraktijken en op de topzware begroting voor ongezondheid. Het wordt tijd om het ziekmakende agro-industriële landschap uit te wissen en de verbinding met de natuur te herstellen. Dan is er ook weer budget voor kunst en cultuur.

Amor fati 3: tractor vs macht

Het is moeilijk om niet afgeleid te raken door actuele gebeurtenissen. De boerenacties nemen toe en ze dreigen de distributiecentra voor de Kerst met tractoren te blokkeren. ‘Ze betalen te weinig!’ klinkt nu uit de mond van de actieleider. De supermarktorganisatie CBL heeft een kort geding aangespannen. Ze komen op voor het volk en… een miljard omzet in gevaar. Opwinding, dus terug naar de onderstroom.

De tweede onderliggende oorzaak is het verschijnsel van machtsconcentratie door opschaling en efficiëntie verhoging in alle bedrijfssectoren. Als je veel wilt verdienen in een sector, moet je zorgen dat je de keten beheerst. In de jaren zestig van de vorige eeuw waren er 300.000 boeren en was er een veelkleurigheid aan tienduizenden bakkers, slagers, groentewinkels en buurtwinkels. Er zijn nog ruim 50.000 boeren over (over 15 jaar naar verwachting 20.000) en in totaal 5 supermarktinkopers beheersen meer dan 95% van de levensmiddelenverkoop. De grootste bedreiging voor de traditionele winkels zijn de web- en bezorgwinkels, die kosten reduceren op huur, personeel en voorraad aanhouden. Geert Mak merkte onlangs op in een interview dat de boeren aan het verkeerde adres zijn met protesten in Den Haag en de provinciehuizen. Ze zouden de hoofdkantoren van de supermarkten moeten belegeren. En dat dreigt nu dus te gebeuren. De boeren zijn de zwakste schakel in de voedingsketen en lopen het grootste risico van mislukte teelten. Om mee te kunnen moesten boeren investeren in een groter bedrijf, meer dure techniek en stallen of kassen. Wie als eerste de sprong maakte, verdiende even veel geld en kocht een nieuwe auto of trekker. Zijn buurman volgde zijn voorbeeld en dat drukte de prijs want het aanbod goedkoper product groeide snel. De boer die niet investeerde kon niet meer mee en stapte uit. Ondanks de schaalvergroting zijn boeren gemiddeld genomen niet beter gaan verdienen. 40% heeft een inkomen onder het minimum. Daar staat tegenover dat boeren met grond veel kapitaal hebben: 17% is miljonair, vooral vanwege grondbezit. In de Flevopolder zou onlangs landbouwgrond weggegaan zijn voor 250.000 Euro per hectare. Niet voor landbouw, maar voor plaatsing van zonnepanelen. Ik heb het niet geverifieerd, maar prijzen van 125.000 per hectare zijn daar heel gangbaar. Met 8 hectare ben ja dan al miljonair in die polder. Ook binnen de boeren is een sociale tweedeling ontstaan: rijke en arme boeren.

Er zijn boeren die andere keuzen hebben gemaakt: biologische boeren. Zij boeren met de natuur mee en vangen hogere prijzen, waarmee hun bedrijfsvoering financieel gezond is en de omgeving niet belast wordt door pesticiden, kunstmest en mestoverschotten. Bovendien leveren ze een bijdrage aan vermindering van het klimaatprobleem, bescherming biodiversiteit, schoon water en een mooi landschap. Je zou kunnen zeggen: biologische boeren van het eerste uur zijn uit het heersende kostenefficiënte model gestapt en zijn een beginpunt geweest van verandering en een nieuwe keten. Ze hebben geleidelijk steeds meer navolging gekregen en biologisch is ook geïntegreerd geraakt in de supermarkten. Nu ook daar gevochten wordt om de gunst van de groene consument begint het zich opnieuw door te vertalen naar druk op de prijzen en dus schaalvergroting in het biologisch boeren. Tenzij de machtsverhouding tussen boer-handel-retail hersteld wordt. Bijvoorbeeld met verplichte kostprijs plus beloning, het niet mogen incalculeren van vergroeningssubsidies en verbod op verkoop van levensmiddelen onder de kostprijs plus 10% marge. Misschien zijn er hele onconventionele middelen nodig: verplichting om te melden wat de boer gekregen heeft voor zijn product. Om te beginnen bij vers producten, maar zeker ook bij verwerkte producten. Voor bedrijven als Unilever en Coca Cola is er geen verband tussen inkoopprijs en verkoopprijs. Het doel is zoveel mogelijk verdienen en “share holders value” creëren. De inkoopprijs moet zo laag mogelijk zijn en de marketingcampagnes moeten de consument misleiden in hun behoefte aan goedkoop suikerwater en caloriebommen op een stokje. Voor hoofdprijzen.

De lage prijzen strategie van de kostenefficiënte ketens heeft zo kunnen doorslaan omdat er geen prijs staat op de schade die aangericht wordt door landbouwgif, kunstmest en monoculturen aan natuur, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, waterkwaliteit en dierenwelzijn, en door slechte voeding aan de gezondheid. Het verband tussen kostenefficiënte landbouw en de natuur en het klimaat is evident. Het laatste gaat ten koste van het eerste. Het verband tussen voeding en welvaartsziekten plus stijgende ongezondheidskosten is ook evident. We klagen over de almaar stijgende zorgkosten en weigeren het probleem bij de wortel aan te pakken. Want dan moeten we nu iets veranderen, waar we aan verslaafd zijn geraakt: goedkoop en ongezond eten vol suiker, verzadigde vetten en zout.

Ongezondheid en de klimaatcrisis dwingen ons. Zonder pijn geen verandering. En pijn is er in de landbouw. Acuut nu met stikstof en mest.
Het aanbod van de gangbare boerensector om het mestprobleem op te lossen is komisch: koeien naar buiten, minder kunstmest en minder krachtvoer. Drie maatregelen die de gangbare sector massaal heeft ingezet om aan de prijsdruk van de supermarkten tegemoet te komen. En er wordt van de overheid 2,9 miljard Euro gevraagd om die maatregelen te financieren en verder met rust gelaten te worden. De bypass via de belastinggelden is de zoveelste poging om de pijn bij ketens weg te houden en de burger via een omweg te laten betalen. Voor gezonde marktwerking, waar sectoren altijd zo vol van zijn, moet het geld voor die op zichzelf prima maatregelen uit de markt komen, ofwel de supermarkten en de Unilevers moeten dat ophoesten. En die hebben daar geen zin in, want ze vechten elkaar de tent uit om de gunst van de koper. Ze zijn verslaafd aan lage prijzen en hoge rendementen. Bovendien gaat 80% de grens over en wordt net zo makkelijk uit het buitenland geïmporteerd als de Nederlandse boer te duur wordt.

De boze boer doet er goed aan om zich te richten tot de boze burger en samen op te trekken naar de hoofdkantoren van de supermarkten (niet de distributiecentra!) en hun afnemers in de tussenhandel, de slachterijen, pakstations voor eieren en de multinationale merkenhuizen. En ja, dan gaat de burger weer meer betalen voor zijn eten, maar hij krijgt er ook wat voor terug: een leefbaar platteland, mooie natuur, minder risico op ziektes door landbouwgif en ongezond eten, en schoon water en schone lucht. En sterke reductie van de stikstofemissies die ten grondslag liggen aan de klimaatopwarming. Als we daar geen haast mee maken, dan zadelen we de jeugd, vaandeldrager van het klimaatprotest, op met een onleefbare wereld. Voortmodderen zoals we nu doen resulteert in een temperstuurstijging van 3.5 graden en een zeespiegelstijging van enkele meters. 45% van de jeugd ziet klimaat als het meest urgente probleem. Wanneer schrikt de hedonistische vijftigplusser wakker uit zijn SUV? Als half Nederland onder water dreigt te verdwijnen? Wake up, je gaat het nog meemaken als je nog 25 jaar in waterland Nederland voor de boeg hebt. De nu nog leeglopende provincies op het zand gaan het weer druk krijgen.

PS: Mocht de kalkoen en de rollade de kersttafel niet halen dit jaar vanwege blokkeerboeren bij de supermarkten, dan zijn er gelukkig nog biologische winkels die alle ingrediënten in huis hebben voor een kerstmaal met een goed verhaal van boer tot bord. Geniet samen van een vredige Kerst!

Amor fati 2: ik nu, wij later

Wat zijn de onderliggende oorzaken van de gepolariseerde erupties? Als we daar zicht op krijgen, dan kunnen we iets doen om rekening te houden met de onderstroom in plaats van volledig te koersen op de wind van het moment.

Sociale ongelijkheid is een belangrijke driver. Er is veel welvaart bij gekomen, maar ze is oneerlijker verdeeld dan ooit in de geschiedenis. De tien rijkste mensen op aarde bezitten net zoveel als de drie miljard armste mensen gezamenlijk. De vluchtelingenstromen, de gele hesjes, de opstanden in Zuid-Amerika en het Midden-Oosten, ze vinden hun oorsprong in sociale ongelijkheid: achterstelling van grote groepen die zo in de knel zitten dat ze in verweer komen of hun land ontvluchten. De neoliberale politiek heeft een klimaat gecreëerd waarin de inkomensverschillen in het Westen enorm gegroeid zijn. Multinationals betalen door slimme constructies nauwelijks belasting, terwijl de werknemers steeds minder beschermd worden. De lonen in de sociale sectoren zijn stelselmatig gedrukt, er is een leger aan ZZP’ers ontstaan die tegen steeds lagere stukstarieven pakjes bezorgen, mensen van a naar b vervoeren, bestellingen lopen voor webwinkelgiganten, seizoensarbeid verrichten in de landbouw en de horeca, klussen in de bouw. Ze dragen niet bij in de sociale lasten en bouwen geen pensioen op. Als ze ziek zijn hebben ze geen inkomen.

De ondergraving van sociale zekerheden heeft wel iets weg van de smeltende gletsjers op Groenland. Ineens worden de effecten zichtbaar en jaagt de ene verandering de andere aan. De nieuwe grenzeloze economie via internet heeft zich deels onttrokken aan de normale belastingwetgeving en concurreert de oude economie kapot. De failliete winkelketens en de lege winkelpanden in stadscentra vormen samen met het leger van slecht betaalde ZZP’ers het smeltwater van de sociale zekerheid. En het trieste is dat we de verbinding tussen de verschillende effecten, zoals de groeiende sociale onvrede, de groei van de ZZP’ers, de lege winkelpanden en ons verschuivende koopgedrag via webwinkels a la Amazon, Alibaba, Bol en apps als Uber niet leggen. Er is een oorzakelijk verband tussen lage prijzen en onderbetaling, maar ons korte termijn belang (minder geld kwijt) gaat even voor het algemeen belang. Ofwel: ik nu, wij later. Wordt vervolgd.

Amor fati 1: gezond verstand

Ik heb altijd vertrouwd op het gezonde verstand en het feit dat iedereen ten diepste iets positiefs wil maken van zijn leven. Als hij maar voldoende ‘weet’ en zich gezien weet door zijn naasten. Mijn overtuigingen staan onder druk.

In mijn werkgebied van landbouw en voeding heb ik ondervonden hoe makkelijk het gezamenlijke belang en het collectieve weten (wat voor iedereen op lange termijn het beste is) gepasseerd wordt door het korte termijn belang (wat mij persoonlijk nu het beste uitkomt). Het gezonde verstand en het weten van het individu stelt zich maar al te makkelijk ten dienste van begeerte, jaloezie, trots en onwetendheid. Omdat de buurman een grotere auto heeft, wordt dat het projectiepunt van verlangen. Omdat je ziet dat je niet vooruit komt op de sociale ladder van rijkdom projecteer je je onvrede daarover op nieuwkomers die wel succesvol zijn. Omdat je jezelf ongelukkig en eenzaam voelt, eet je je ziek aan de verslavende misleidingen van de vullingsindustrie en word je chronisch afhankelijk van de poeiers en pillen van mister Big Pharma. En natuurlijk wil je anders, maar je ziet geen uitweg en van binnen stapelt de onvrede zich op. Je haat jezelf voor al die onmacht en je geeft anderen de schuld: het systeem, de politiek, iemand die verkeerd kijkt, je partner of juist het ontbreken van een partner. De onvrede klontert samen tot groepen die erkenning zoeken voor hun frustraties en er geen probleem mee hebben om een zondebok aan te wijzen.
En zeg eerlijk, het is makkelijker om een ander de schuld te geven dan zelf het beginpunt van verandering te zijn. Je hebt geen idee waar het beginpunt van de onontwarbare kluwen ligt en je wilt het niet meer weten.

De toenemende protestbewegingen baren grote zorgen. Ja, leraren, verplegers en politieagenten krijgen te weinig waardering door jarenlange bezuinigingen. Ja, boeren zijn de dupe van lage prijzen voor hun producten. Ja, er zijn groepen die terecht een geel hesje aantrekken als protest tegen sociale ongelijkheid. Ja, het is terecht dat de donkere voetballers en hun kleurgenoten in de samenleving de subtiele vormen van racisme niet meer pikken.Ja, de jeugd heeft volkomen gelijk dat ze de OK-boomers ter verantwoording roepen voor het klimaatdebacle. Maar waar leidt alle commotie en opwinding toe? Tot nog meer commotie en opwinding. En stijgende temperaturen die de gemoederen nog verder verhitten. Exit gezond verstand. De opwinding is doel op zich geworden en ontneemt het zicht op de onderliggende oorzaken. Een kakofonie van gekrakeel, die dagelijks aanzwelt in en op de (sociale) media.

Op dit punt mengt mijn vrouw zich in het debat. Ze brengt het Stoa begrip Amor fati in, letterlijk: liefde voor het lot. Een hond die met een touw vastzit aan een langzaam voortrijdende kar kan twee dingen doen: zich verzetten en in ademnood geraken of volgen en er het beste maken. Wat ons in ons leven overkomt verschilt niet zoveel van dit hondse lot. Ik vraag haar waarom ze dit nu inbrengt. ‘Nou ja, je zei ‘exit gezond verstand’. Normaal gesproken zou ik me verzetten en opgewonden tegenspartelen, maar misschien is het beter om ons lot te aanvaarden, er met gezond verstand naar kijken en te doen wat helpt in de gegeven situatie. Opwinding, moord en brand schreeuwen, het voelt misschien wel even lekker, maar het lost in de regel niet zoveel op.’

Goed, point taken. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik mij opwind over de aanzwellende leugenfabriek in politiek, voedingsland, zwarte piet racisme en het klimaatdebat. Cool down. Terug naar het gezonde verstand. Wordt snel vervolgd.

Revolutie!

Het stikstofoverschot en het boerenprotest maakt heel wat los. Een kleine revolutie gaat zich voltrekken in het land dat net als de rest van de wereld geloofde in het sprookje van onbeperkte groei. En nergens in Europa is de landbouw zo intensief en ‘efficiënt’ geworden als hier. De roep om halvering van de veestapel staat tegenover de noodkreet van boeren die de kritiek en gebrek aan waardering zat zijn. Arme boeren die nauwelijks iets overhouden staan tegenover rijke boeren die miljonair zijn en dat geldt maar liefst voor 17% van alle boeren (dankzij de hoge grondprijzen van circa een ton per hectare).
Boeren staan tegenover Schiphol, luchtvaart en industrie die weinig te duchten hebben omdat het grootste deel van de stikstofuitstoot in de landbouw plaats vindt. Milieuactivist Vollenbroek die het slappe overheidsbeleid letterlijk de PAS heeft afgesneden staat onverminderd fel tegenover de regering die volgens hem veel te slappe maatregelen heeft afgekondigd.
De zachte sanering voor de boeren rond natuurgebieden klinkt billijk, maar heeft ook een cynische kant: het ‘van de weg halen’ van vervuilers is toch een soort beloning voor slecht gedrag. Want het had wel anders gekund natuurlijk. De agrifood sector -boeren, banken, toeleveranciers en afnemers tot en met de retail- heeft zich na de start van de Mansholt doctrine onafwendbaar gericht op specialisatie, kostprijsverlaging door opschaling en afwenteling van de kosten op natuur en samenleving. Al in 1962 schudde het boek Silent Spring sommige mensen wakker voor het landbouwgif dat de lente het zwijgen zou gaan opleggen. Met een verlies van ruim zestig procent van de biodiversiteit in de afgelopen vijftig jaar is die waarschuwing aardig uitgekomen. Club van Rome lid Wouter van Dieren adviseert tegenwoordig cynisch om de champagne open te trekken en nog even te genieten met familie en goede vrienden voordat het doek valt. Nu is hij op leeftijd, dus ja, dan houdt het sowieso een keer op, maar de jeugd die nog geen geld heeft voor dure champagne en cynische bespiegelingen, legt zich hier niet bij neer. Zij gaan de straat op in navolging van Greta Thunberg. In een jaar tijd wist zij met haar goed gecommuniceerde klimaatstaking miljoenen scholieren te bewegen om in actie te komen. Haar speech op de klimaatactietop van de VN was ijzingwekkend: ga je schamen, machthebbers en blijf van mijn hoop af! De aanvallen op haar persoon via het collectieve darmkanaal van de mensheid, de sociaal media, tonen de huidige ‘condition humaine’: haat tegen alles en iedereen die de eigen comfortzone bedreigt. Dat wordt een feest op weg naar tien miljard mensen op aarde.

Soms verbaas ik me over de redelijkheid van een deel van de mensen. Gisteren hoorde ik over de burgergroepen Bollenboos en Metenisweten, die zich te weer stellen tegen het excessieve gebruik van landbouwgif in de oprukkende bollenteelt rond Dwingeloo. Tegenlicht heeft er een uitzending aan gewijd. De moestuinen zijn besmet met het gif en na een bespuiting blijft het 5 tot 7 dagen rondhangen in de omgeving. Mensen die zich uitspreken over de schadelijkheid ervan voor gezondheid en natuur worden bedreigd. De man die mij erover vertelde, toonde ook begrip voor de boze boeren, omdat ze economisch in de knel zitten. En ook dat is waar natuurlijk. Veel boeren zitten in de knel. Ze zijn de zwakste schakel en leggen het af tegen de inkoopmacht van multinationals en supermarkten. Dan maar investeren in schaalvergroting, meer koeien, meer varkens, meer kippen, grotere akkerbouwpercelen die dan wel even snel platgespoten moeten worden met glyphosaat om geen seconde te verliezen. En dan komt de wetgever en moet er geïnvesteerd worden in luchtwassers of moet je ten onrechte koeien inleveren vanwege het fosfaatprobleem dat jij niet veroorzaakt hebt omdat je grondgebonden bent. En dan zijn de burgers ook nog ontevreden met de boerenpraktijk in hun omgeving. De burgerbevolking rond Dwingeloo springt de sloot in om de reusachtige trekkers van de boze boeren te ontwijken. En de banken draaien de duimschroeven aan van de boeren die zich hebben laten verleiden tot hoge investeringen in efficiëntie en schaalvergroting.
Het is een kwestie van tijd dat de jeugdige klimaatactivisten die hun toekomst verneukt zien, lijnrecht tegenover de boze boeren staan die zich verneukt voelen door de overheid, het systeem en de burger die veel wil maar weinig betaalt.
Revolutie!

Revolutie betekent omwenteling. En die is heel hard nodig om te voorkomen dat de klimaatcrisis straks grootschalige honger, dorst, vluchtelingen, migratie en oorlog zal veroorzaken tot in onze achtertuin. Voor de boze boeren ontving ik via Linkedin een praktijkadvies over stikstof van Arjen van Buuren, die boert op landgoed Velhorst. Hij brengt de omwenteling dagelijks in de praktijk. Lees dit:
‘Landbouw is de kunst om met stikstof en koolstof om te gaan. In evenwicht samen in staat om een vruchtbare bodem te maken waar een plant op groeit met een hoge voedingskwaliteit. Een voorbeeld hoe dit lukt: na een #mengteelt triticale/ veldboon de grond #nietkerendegrondbewerking bewerkt met de schijveneg en ingezaaid met een grasklaver mengsel. Geen kunstmest en geen drijfmest gebruikt. De stikstof is afkomstig van de veldboon en van de klavers. Koolstof is afkomstig van de gewasresten die in de bovenlaag (10cm) zijn ingewerkt. De natuur doet de rest.’

Gisteren zag ik oud-staatssecretaris Bleker, een van de pleitbezorgers van het failliete landbouwsysteem. Hij schoffelde in 2010-2011 het natuurbeleid onder ten gunste van ruimte voor grootschalige en intensieve landbouw en brak bewegingen naar duurzaam landbouwbeleid als staatssecretaris hardhandig af. Nu roert hij in het onrustige potje van boze boeren, altijd in voor wat trammelant. Als het erop komt heeft hij de beste kaartjes om vanaf de tribune toe te kijken. Er wordt door hem zelfs gespeculeerd over een nieuwe Boerenpartij. ‘Goed voor vijftien zetels,’ roept hij. Bleker als koekoeksjong, dat kan er ook nog wel bij.
Nee, dan heeft een Klimaatpartij toch meer kans van slagen. En in die partij is natuurlijk volop ruimte voor boeren die de Kringlooplandbouw in praktijk brengen en ondernemers die eerlijke prijzen aan boeren betalen, waar investeringen in natuur, gezonde bodems, biodiversiteit en diervriendelijkheid zijn opgenomen. Want zonder eerlijke prijzen voor producten die onze omgeving leefbaar en het lichaam gezond houden, drijven we straks allemaal met onze obesitasbuik in brak water vol mest en plastic.

Koplopers moet je koesteren

Een jaar na de visie heeft minister Schouten het Realisatieplan gepresenteerd dat op 24 juni in de Kamer besproken is. Vertegenwoordigers van de biologische sector zijn samen met andere stakeholders actief betrokken geweest bij de tot stand koming van het Realisatieplan. Binnen de context van het huidige kabinet, de doorgeschoten Nederlandse praktijk van koste efficiënte (lees: afwentelen van kosten naar de samenleving) productie is dit het maximale zonder ruzie te krijgen. Een echt poldercompromis dus, waarin alle ingrediënten tot een Hollandse stamppot zijn verwerkt.

De Volkskrant verweet de minister onlangs dat ze geen echte visie heeft en de heilige huisjes, zoals vermindering van de dierlijke productie, vermijdt. Het NOS Journaal zoomde in op de oproep van de minister dat de consument meer moet gaan betalen voor zijn voeding. Die oproep viel ongelukkig samen met het nieuws van de recente prijsverhogingen en het effect van de BTW verhoging die dit kabinet heeft doorgevoerd zonder een directe koppeling naar de door de minister zo vurig bepleitte Kringlooplandbouw.

En wat moeten we er als biologische sector en consumenten van biologische producten van vinden? De visie van Schouten en het Realisatieplan heeft ons in ieder geval gesterkt in het feit dat biologische landbouw en voeding een krachtige oplossing is voor vrijwel alle urgente thema’s: bodem, water, biodiversiteit, kringlopen, koolstofopslag in de bodem, dierenwelzijn, minder dieren en eerlijke ketens met faire prijzen voor boeren, biologisch biedt het allemaal in een totaalconcept. Het is niet voor niets dat de biologische sector autonoom doorgroeit zonder specifiek biologisch overheidsbeleid in Nederland. Omringende landen als Denemarken, Zweden, Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk laten zien wat mogelijk is met een gericht overheidsbeleid: 10 tot 20 procent areaalaandeel voor biologische landbouw en 5 tot 15% consumptieaandeel. Dat Nederland met 3.8% areaalaandeel zo achterloopt bij omringende landen valt te wijten aan het gebrek aan keuzes in de Nederlandse polderkeuken van het ministerie. Het Realisatieplan van Schouten kan zich daar ook moeilijk aan ontworstelen, hoe goed de bedoelingen van deze minister ook zijn. En het gebrek aan nieuwe middelen om de grote transitie in de Nederlandse landbouw te bewerkstelligen baart zorgen. Daar is feitelijk geen tijd meer voor. Het enige lichtpuntje is de miljard Euro die in het Klimaatplan aan landbouw besteed gaat worden.

Voor de koplopers, zoals de biologische landbouw, is in het plan volop aandacht en waardering. Dat op zich is al een enorme stap vooruit. Om ook in Nederland een versnelling van de groei van de koplopers te bewerkstelligen zijn ook op koplopers gerichte beleidsmiddelen noodzakelijk. De Duitse overheid steekt jaarlijks 65 miljoen in de biologische landbouwontwikkeling en dan rekenen nog niet eens de omschakelsubsidie en een vaste hectaresteun voor biologisch mee. Nederland zou de komende vijf jaar minimaal een vijfde daarvan, 13 tot 15 miljoen aan de kringloop-koploperbeleid moeten besteden om een verdubbeling van het areaalaandeel te bewerkstelligen. Dat is nog geen 10% van de beleidsmiddelen die Schouten wil inzetten op het Realisatieplan. Mocht de politieke realiteit dit onmogelijk maken, wees niet ongerust. De biologische sector blijft ook de komende jaren autonoom groeien met 5 tot 7% per jaar, omdat een groeiende groep consumenten er wel meer geld voor over heeft.

De oranje velden

Net terug van een week Normandische kust. Dieppe, Varengeville, Veules les Roses, Etretat, Yport, dat werk. Op de dinsdag een wandeling gemaakt in de omgeving van Le Bourg d’Un, een gehucht in het boeren achterland, vijf kilometer van zee. In de oude gids uit 2001 wordt het Normandische land getypeerd als ‘bogasse’, een eeuwenoud coulissenlandschap. Toen al was er zorg of de ruilverkaveling daar geen einde aan zou maken, omdat het bijhouden van de heggen en bomenrijen grootschalige landbouw in de weg staat. Rond het dorp leven de coulissen nog. We horen veel vogels, er vliegen een paar fazanten weg als we te dichtbij komen. Verderop verandert alles in eindeloze akkers, voor de helft voorzien van een oranjebruine gloed. Aan de oranjegele grasranden maak ik op dat de glyfosaatspuit hier massaal gehanteerd wordt. Vogels horen we niet meer met uitzondering van een verdwaalde leeuwerik die omhoog schiet en de noodklok luidt.

Bij een onafzienbaar veld koolzaad staat een bord; “Ici, les chasseur agissent pour la biodiversite”. De jagers komen in het geweer voor de patrijzen, de ganzen en de hazen. Er is een experiment gaande in het veld met hokken en netten waar nieuwe populaties wilde dieren voor de toekomst veilig gesteld moeten worden. Het oogt lachwekkend naast de monoculturen die hier verbouwd worden of moeten gaan worden. Verderop, na het passeren van zo’n dorpje met idyllisch opgeknapte Normandes, lopen we door de glyfosaatvelden op twee boerderijen af. Links heeft de grootschalige vernieuwing toegeslagen; nieuwe grote schuren vol machines achter afgebroken resten van de oude gebouwen. Rechts een oud rommelig erf met mooie boomwallen. Vooruitgang is een relatief begrip. Als we dwars door de volgende glyfosaatakkers lopen, zien we voederbieten van het vorige oogstjaar liggen. Slechts enkelen zijn licht aangevreten door een klein knaagdier. De meeste zijn niet aangeroerd, waarschijnlijk omdat er hier bijna geen dieren meer zijn. Een boer rijdt aan de horizon in zijn tractor met de tien meter brede bespuitingsvleugels door het veld. In de verte staat een kleine nieuwbouwwijk. Een glyfosaatakker grenst aan hun tuinhekken. Arme kinderen die daar opgroeien. Woon je in de buitenlucht en heb je dat.

Thuis lees ik in Wolffers’ Overleven over de complexiteit van onze darmen en het belang van het behoud van de enorme diversiteit van de biotoop daarbinnen. Net als de levende bodem. Een theelepel levende aarde bevat 10 miljoen bacteriën. De aantasting van de biodiversiteit in de bodem weerspiegelt zich in de achteruitgang van de biodiversiteit van onze darmen. Met alle kwalen en welvaartziekten als gevolg voor onszelf, en het gemis aan patrijzen, vogels en hazen voor de jagers-eh… wandelaars.

Op de weg terug naar Amersfoort duiken de oranjekleurige en roestige velden continue op. Ook in Nederland zijn we nog ver af van de gifvrije kringlooplandbouwvisie van minister Schouten. Komende week gaat ze uitleggen waarom ze de vorig jaar aangenomen motie voor een algemeen verbod op glyfosaat nog niet uitgevoerd heeft. Heel actueel nu de tweede schadeclaim in de VS van ruim 70 miljoen is toegewezen is aan een man die dertig jaar met glyfosaat gewerkt heeft. Wie wint: het gebruiksgemak van het gif in de grootschalige landbouw en de economische belangen van Bayer of het belang van biodiversiteit en gezondheid? In de tussentijd moet de biologische landbouw zich verantwoorden als er contaminatiesporen van landbouwgif in gevonden worden. Hoe blijf je ervan gevrijwaard als het merendeel van de akkers bespoten wordt. Op naar gifvrij, te beginnen met een verbod op glyfosaat.

 

Nog één oogstverdubbeling…

Een van mijn favoriete romanpassages is de beschrijving van het experiment van charlatan-uitvinder des Pereires om radiotellurisch te gaan telen ((Dood op Krediet van Celine). Hij voorziet het veld van koperdraden en droomt van radijzen als appels en tomaten als pompoenen. Daaraan moest ik denken toen ik onlangs over de grote doorbraak in genetisch gemodificeerde veredeling las: 40% grotere tabaksbladeren dankzij een verbetering van het wonder van het leven, de fotosynthese. Jammer dat roken uit de mode is, maar ongetwijfeld kan deze techniek ook andere planten vooruit helpen in hun dienstbaarheid aan de mens.

Genetische manipulatie in de landbouw is niet onomstreden. De eerste generatie gentechgewassen heeft bij nader inzien meer nadelen dan voordelen: ze brengt ons kwetsbare monoculturen in de plaats van veerkrachtige soortenrijke systemen, ze levert op de lange termijn geen noemenswaardige opbrengstverbetering op en het maakt boeren tot moderne slaaf multinationals.

Niet elke technische vooruitgang is een verbetering. Zo brengt de uitvinding van de roltrap ons niet sneller boven, vreet het energie en maakt het ons luier en dikker. De risico’s van kernenergie, beter te vergelijken met genetische manipulatie, zijn algemeen bekend.

Maar ja, hogere voedselopbrengsten, tomaten als pompoenen, zeg daar maar eens nee tegen als je weet dat het aantal monden van 7 naar 10 miljard groeit…

De laatste jaren wordt in de landbouw en voeding de strijd tussen de technologen (wizzards) en de natuurlijken (profeten) steeds harder. De vooruitgangsoptimisten aan de ene kant met hun rotsvaste geloof dat ieder probleem door de slimme mensheid kan worden opgelost. De organische harmoniezoekers aan de andere kant die kiezen voor langzaam en veilig groeien in samenwerking met de natuur. Revolutionair versus evolutionair.

De natuurlijke benadering wint momenteel aan kracht. Ondanks de hoon van de wizzards zijn de biologische landbouw en alle daarvan afgeleide varianten aan een opmars bezig. Biodiversiteit, schoon water, bodemvruchtbaarheid, er is een schreeuwende behoefte aan, anders valt er sowieso niet veel te oogsten in de toekomst.

De landbouw staat voor een krachttoer en de komende twee decennia worden beslissend. De biologische sector heeft daarin haar eigen unieke rol als pionier in het innoveren met de natuur.

Hoe liep het af met het experiment van het radiotellurisch telen, vraagt u zich af? Niet zo goed helaas. De vrouw van des Pereires had de gewaskeuze bepaald: aardappelen en nog eens aardappelen. Overvloedige regenval deed het pootgoed geen goed, ondanks de koperdraden. De wormen namen bezit van de pootaardappelen en de oogst was mislukt. Les die hieruit geleerd kan worden: laat je niet gek maken door charlatans, zet nooit in op een gewas en hou rekening met wisselende weersomstandigheden. Maar dat weten verstandige boeren al eeuwen. En die wijsheid zal ook de komende decennia wel overleven.

 

Biologisch en klimaat

Plaatje voeding en klimaat

Via diverse kanalen was er afgelopen week volop aandacht voor een Amerikaans-Zweedse studie in Nature.  Hun conclusie: biologische landbouw zou per kilogram product meer CO2 produceren dan intensieve conventionele productie. De studie introduceert een nieuwe berekeningsmethode voor het effect van CO2 emissies tussen landgebruik en natuur. Afbraak van natuur ten gunste van landbouw heeft een grote impact op de CO2 emissies. In de studie komt een vergelijking voor tussen gangbare en biologische bonen en graan (geteeld in Zweden) met de constatering dat biologisch per kilogram product een hogere CO2 emissie heeft, omdat er meer landbouw grond en dus afbraak van natuur voor nodig zou zijn.

Op zichzelf is zo’n vergelijking zinvol, maar deze twee voorbeelden zeggen niets over de algemene vergelijking van CO2 emissies in gangbare en biologische landbouw. Enerzijds omdat effecten als koolstoftoename in de (biologische) bodem, verhoging van biodiversiteit en schoon water niet zijn meegerekend. Anderzijds omdat er studies zijn van teeltvergelijkingen in andere landen waar de opbrengstverhouding veel gunstiger is voor biologische landbouw dan in deze twee voorbeelden. Ook de afbraak van bodemvruchtbaarheid van de gangbare landbouwsystemen is niet meegewogen. En dit was ook niet het doel van de studie. En de belangrijkste: de lagere biologische opbrengst zou tot gevolg hebben dat er minder ruimte overblijft voor de natuur.  Dus biologisch zou de reden zijn dat er wereldwijd natuur verdwijnt? Studies naar bijvoorbeeld boskap laten keer op keer zien dat er bos ontgonnen wordt voor de verbouw van soja, palmolieplantages, het houden van vee en voor het hout zelf.  Niet omdat er meer land voor biologische productie nodig is.

Wie op basis van deze studie de biologische landbouw probeert af te schrijven, diskwalificeert zichzelf. Van media kan je (misschien) een artikel van die strekking verwachten op basis van uitspraken over het onderzoek, maar een wetenschapper met een brede visie prikt deze conclusie meteen door. Bionext brengt graag een andere vergelijking naar voren: hoe kun je verwachten dat de intensieve productiewijze die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de huidige crisis op de terreinen van onder meer klimaat, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit en waterkwaliteit ook de oplossing gaan brengen voor diezelfde problemen? Door nog intensiever te worden, in de vooronderstelling dat elke % opbrengst een groei van het aantal hectares natuur betekent? Mooi sprookje, de realiteit is helaas anders.

In de biologische landbouw kiezen we juist om met de natuur samen te werken. Die insteek kan zorgen voor een systeemverandering, waardoor natuur, bodem en water beschermd worden tegen uitputting en vervuiling.  Nu is die inclusieve vorm van landbouw nog duurder. Biologische boeren én consumenten kiezen hiervoor omdat ze geen landbouw willen die kosten afwentelt op de algemene maatschappij. Als nu de maatschappelijke kosten ook in het product opgenomen worden, gaat die systeemverandering een stuk sneller.  Alleen stoppen met externaliseren van de kosten naar de omgeving, kan tot een wezenlijke verandering leiden. Zolang een hamburger die 100 euro maatschappelijke kosten met zich meebrengt, voor de consument slechts 1 kost, staat er geen enkele rem op afbraak van natuur en oerwoud ten gunste van grootschalige en goedkope sojateelt en uitbreiding van het aantal palmolieplantages.

De biologische landbouw en voeding brengt als systeem alle onderdelen met elkaar in verbinding en in die samenhang zit de oplossing. Biologische boeren werken elke dag aan meer natuur. Als consument kan iedereen ook een bijdrage leveren: niet alleen door te kiezen voor producten uit de biologische of natuurinclusieve landbouw, maar ook door minder dierlijke consumptie (minder maar beter vlees), drastische verlaging  van de 30 tot 40% voedingsverspilling, een gezond voedingspatroon  en een eerlijke prijs voor de boer.

Verder ter info:

Op de website van IFOAM is dit statement verschenen:

https://www.ifoam.bio/en/news/2018/12/19/statement-study-assessing-efficiency-changes-land-use-mitigating-climate-change

In de VS heeft het Rodale Institute deze verklaring afgegeven:

https://rodaleinstitute.org/blog/is-organic-really-worse-for-the-climate-a-response/

 

Een stille, groene revolutie

Wie de media de afgelopen weken gevolgd heeft, is getuige van een stille revolutie in landbouw- en voedingsland. Natuur-, klimaat-, bodem- en waterkenners luidden al jaren de noodklok. Het lijkt alsof de knop nu om is en iedereen begrijpt dat de chemie- en mestkraan dicht moet. Niet alleen in Groningen, maar in heel Nederland.

De Raad van de Leefomgeving en Infrastructuur deed een behoorlijke duit in de zak met het advies om de veestapel in Nederland fors in te krimpen en te pleiten voor meer natuurinclusieve landbouw. Adviesbureau CE Delft berekende dat vlees 25% (kip), 40% (rund) of 53% (varken) duurder zou moeten zijn vanwege de verborgen kosten.

Ik had het genoegen om onlangs mee te discussiëren over de toekomst van het EU landbouwbeleid. Het ministerie van LNV organiseerde hiervoor een stakeholdersbijeenkomst. Geen moment te laat, want het beton voor het nieuwe GLB is al min of meer gestort. Brussel wil alle landbouwgelden inzetten op maatschappelijke doelen, zoals klimaat, biodiversiteit, water en regio. De lidstaten sturen nationaal aan, maar moeten wel bijdragen aan de EU doelen. Een mooie uitdaging voor Nederland met zijn hoog intensieve veeteelt en daarmee samenhangende derogatie voor fosfaat (lees: mest). De graadmeters voor het nieuwe landbouwbeleid worden: minder dierlijke en meer plantaardige productie, grondgebonden en natuurinclusieve landbouw en tenslotte bijdragen aan maatschappelijke doelen zoals klimaat en biodiversiteit. Stuk voor stuk criteria die nauw aansluiten bij de grondgedachte van biologische landbouw. Deze kan ons dan ook prima in die richting gidsen.

Tot nu toe was de leidraad voor het landbouwbeleid gebaseerd op kostenefficiëntie en opbrengstvermeerdering, met andere woorden: hoge productie voor lage prijzen. Dit model lijkt hard op weg om failliet verklaard te worden. Hoge opbrengsten voor lage kosten plegen een vorm van roofbouw ten koste van publieke waarden, zoals natuur, biodiversiteit, klimaat, bodemvruchtbaarheid en water. Het begint tot de EU en onze nationale overheid door te dringen dat deze publieke waarden ook een economische waarde hebben. Het vernietigen ervan is een verborgen kostenpost, die de maatschappij nu al meer kost dan het oplevert. Met de visieverandering die nu doorbreekt, krijgen de maatschappelijke waarden, die bij de biologische landbouw in goede handen zijn, óok een economische waarde. Hiermee krijgt de stille groene revolutie – met méer biologische landbouw – echt vaart.