Ratrace

Ratrace

Sinds 20 mei jl. is er iets fundamenteels veranderd in de wereld van landbouw en voeding. Op die dag heeft de Commissie twee strategieën gepubliceerd als onderdelen van de Green Deal, die als hoofddoel heeft om in 2050 als EU klimaatneutraal te zijn: de Farm to Fork en de Biodiversity strategies. Beide staan bol van de ambities en doorbreken grote taboes in landbouw en voedingsland. Enkele doelen zijn: 25% biologische landbouw, 50% reductie chemische middelen en antibiotica, 20% minder kunstmest, opschaling van beschermde natuur van 20 naar 30% van het EU areaal.

De Commissie zag in Covid geen reden om vaart te minderen met de Green Deal ambities. Integendeel, want: “The recent COVID-19 pandemic makes the need to protect and restore nature all the more urgent. The pandemic is raising awareness of the links between our own health and the health of ecosystems. It is demonstrating the need for sustainable supply chains and consumption patterns that do not exceed planetary boundaries. This reflects the fact that the risk of emergence and spread of infectious diseases increases as nature is destroyed. Protecting and restoring biodiversity and well-functioning ecosystems is therefore key to boost our resilience and prevent the emergence and spread of future diseases.”

De Commissie legt dus een directe link tussen het overspringen van gevaarlijke dierlijke virussen op mensen en de intensieve dierhouderijsystemen, de afbraak van biodiversiteit en het verdwijnen van robuuste ecosystemen. Ook landbouwgif en ongezonde voeding worden voor de eerste keer direct gelinkt aan vroegtijdig overlijden: in 2017 overleden bijna 1 miljoen mensen in de EU vroegtijdig door voedingsgerelateerde ziekten als kanker en hart en vastziekten. En de helft van de EU bevolking heeft overgewicht.

Iedereen begrijpt dat het roer om moet en een aantal EU landen maakt al flink vaart. Denemarken, Oostenrijk, Zwitserland en Zweden zijn koplopers met circa 20% biologische landbouw en circa of plus 10% biologische consumptie. Duitsland, jarenlang gidsland en grootste biomarkt, is in 2019 voorbij gestreefd door de ambitieuze Fransen die met ruim 12 miljard bio omzet en jarenlange groeipercentages van rond 15% het klassement aanvoeren. En als de voortekenen niet bedriegen gaat Covid van 2020 alle groeirecords van de bio sector in de EU en de VS breken. Ook de consument lijkt het verband tussen gezondheid en biologisch te leggen.

Iedereen begrijpt dat het roer om moet? Nederland, voedingsexporteur nummer twee van de wereld met de meest intensieve landbouwpraktijk, houdt moedig stand in het verdedigen van de kostenefficiente artificiele agro-industrie. We hebben onze eigentijdse Asterix en Obelisk, die met behulp van toverformules niet van wijken weten. Als je de stroom aan publicaties vanuit gezaghebbende instituten en adviesorganen bekijkt, begrijp je dat er zelfs hier getwijfeld wordt aan de oude doctrine, ooit in het leven geroepen door Mansholt om voldoende goedkope voeding beschikbaar te hebben. De Nederlandse Bank en het Planbureau voor de Leefomgeving schrijven dit voorjaar dat biodiversiteit goud waard is en dat de vernietiging ervan riskant is voor de vele miljarden die geïnvesteerd zijn in bedrijven die direct afhankelijk zijn van een gezonde biodiversiteit. De Gezondheidsraad bracht onlangs het advies uit om de chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw en voeding drastisch te verminderen. Een groep verlichte wetenschappers, foodspecialisten en biologische boeren publiceerde onder leiding van WUR onderzoeker Imre de Boer de ‘from more to better’ visie voor de Nederlandse landbouw in 2050.

Genoeg input voor een gezonde discussie zou je zeggen, maar niets in minder waar. Het debat zit op slot. De boeren onder leiding van de Farmers Defence Force trekken ten strijde tegen iedere berekening van het RIVM en iedere maatregel van minister Schouten. De tijdelijke stikstofmaatregel om minder krachtvoer aan de melkkoeien te voeren, heeft de dialoog gedomineerd de afgelopen tijd. De boeren zijn laaiend dat de politiek zich met hun bedrijfsvoering bemoeit en trekken er weer op uit. De provincies verbieden demonstraties met trekkers. De Kamer besluit maar weer tot een onderzoek en een ex-veearts spuwt zijn gal over de boeren die de maatregel afwijzen uit dierenwelzijn, terwijl ze in hun bedrijfsvoering al decennia alleen maar gericht zijn op zoveel mogelijk melk halen uit de koe dat deze zelfs nog melk geeft als ze van ellende omvalt. En over de noodzaak tot verandering heeft niemand het meer.

Onze overheid strompelt na decennia van toegeeflijke landbouwministers van CDA huize van het ene naar het andere gerechtelijke bevel om klimaat en natuur te beschermen. Eerst Urgenda met de grote zege dat de overheid haar klimaatdoelen serieus moet nemen. Toen de in landbouwkringen verguisde burger, die het door ex minister Bleeker in het leven geroepen POF-eh… PAS-systeem van stikstofreductie in de toekomst en het vergunningsvrij weiden van dieren en bemesten van grond onderuit haalde via de Raad van State, nadat het Europese Hof dit al eerder gedaan had.

Andere verontruste burgers ruiken hun kans en spannen nu voor hun eigen welzijn rechtszaken tegen de staat aan omdat zij faalt in het grondrecht om burgers te beschermen tegen de ziektekiemen verspreidende stank en fijnstof uit de megastallen in hun achtertuin.

Tussen de verontwaardigde stukken in de krant ontdekte ik een artikel over de nuchtere toekomstvisie van de beschermheilige aller melkvee, Friesland Campina. De boerencoöperatie voorziet dat de koe over een aantal jaren 10% meer melk gaat geven ter compensatie van 10% minder koeien. Want het aantal boeren zal blijven afnemen, zo luidt de redenering. FC zet in op verdere schaalvergroting van de bedrijven en het nog verder doorfokken van de melkkoe. De emissies worden met technologische innovaties verlaagd. Deze toekomstverwachting is om een aantal redenen interessant:

  1. FC, een multinational met 12 miljard omzet, streeft naar continuïteit van het heersende model: opschaling en kostprijsverlaging van de basis grondstof om zoveel mogelijk winst te maken in de ‘verwaarding’. De druk op noodzaak tot verandering van dat model gaat totaal langs FC heen. De technologische vooruitgang lost alle problemen vanzelf op. Waar ging het ook alweer fout met de PAS?
  2. FC beschouwt de koe als melkmachine die nog verder opgevoerd kan worden dan nu al het geval is. Dat betekent nog meer krachtvoer (mais en soja), nog meer doorfokken op melkafgifte, nog instabielere dieren die met kunstgrepen overeind gehouden moeten worden en het nog meer op stal houden van de weidedieren. Voor hun eigen bestwil en broze gezondheid natuurlijk.
  3. FC redeneert dat de vermindering van het aantal boeren een vaststaand gegeven is en de productie dus verder moet opschalen (om het huidige bedrijfsmodel in stand te houden). Zou niet het omgekeerde aan de hand zijn? De opschaling en drukkende prijs op de witte grondstof duwt steeds meer kleine boeren uit het systeem. Als de prijs van de grondstof verhoogd wordt, krijgen meer boeren een kans om hier te overleven.

De toekomst verwachting van Friesland Campina staat model voor een groot deel van de Nederlandse agro-industrie. De tweede positie op de ranglijst van voedsel exporterende landen moet koste wat kost verdedigd worden. Er is 90 miljard aan exportomzet mee gemoeid en dat levert banen en winst op. Goed voor de BV Nederland dus, was de redenering tot voor kort. Maar dat beeld kantelt. Door de stikstof impasse kunnen bouw- en infrastructuurprojecten geen doorgang vinden, terwijl de woningnood snel toeneemt. En de landbouw neemt 41% van de stikstofuitstoot voor haar rekening. Als daar een heffing op zou komen, dan is deze sector failliet. Het ministerie heeft miljarden vrijgemaakt om boeren uit te kopen. Het zijn vooral de kleintjes die er gebruik van maken en zo komt de toekomstverwachting van Friesland Campina binnen handbereik. Iedere dag stoppen er drie boeren van de nog maar 50.000 die er over zijn.

Het bureau Ecorys berekende in opdracht van de overheid nieuwe toekomstscenario’s voor de Nederlandse landbouw. Uit deze economisch studie blijkt allereerst dat iedere Euro opbrengt in de reguliere landbouw en voedingsindustrie 96 eurocent kost aan subsidies en uitbestede kosten, zoals afbraak van biodiversiteit, waterkwaliteit en klimaatopwarming. Wie de duizelingwekkende kostenberekeningen voor schade aan biodiversiteit en ecosystemen leest in de Farm to Fork en Biodiversity strategieën vermoedt dat de Ecorys berekeningen zelfs aan de lage kant zijn. De enorme export, waarvan de winsten terecht komen bij een selecte groep grote bedrijven, kost de Nederlandse samenleving, lees burgers, dus enorm veel geld. Ecorys heeft becijferd dat volledige omschakeling naar biologische landbouw 20 miljard Euro zou kosten en een veelvoud aan nieuwe economische activiteiten mogelijk maakt. Per saldo zou de economie fors kunnen groeien.

Sommigen in politiek Den Haag hebben hun nek uitgestoken de afgelopen jaren. Minister Schouten introduceerde de Kringloop landbouwvisie met een actieprogramma. Veel verder dan praten, een uitkoopregeling en een ad hoc maatregel voor veevoer is het nog niet verder gekomen. Tjeerd de Groot weerstond de hoon en agressie van zijn voormalige vrienden van de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) en pleit al geruime tijd voor halvering van de veestapel. Het landbouwministerie is de incidentenpolitiek zat en wil de blik vooruit hebben op de transformatie van de landbouw. Vasthouden aan de voermaatregel is een principekwestie geworden: er moet iets veranderen. De boerenbelangenorganisatie LTO heeft het overleg met het ministerie over stikstof gestaakt. De loopgravenstellingen zijn betrokken.

Hoe verder?

De impasse in de landbouw- en voedingssector schreeuwt om een oplossing. En dat dit gepaard gaat met een herijking van de uitgangspunten is evident. Te lang is in ingestuurd op kostenefficiëntie en technische innovaties. De boeren en de burgers zitten gevangen in dit systeem. De boeren hebben geïnvesteerd in opschaling en efficiëntie zonder er meer aan te verdienen, de burgers zijn verslaafd aan goedkoop en ongezond eten. Maar ook de banken en de multinationals zitten gevangen. De banken willen hun leningen terug hebben en de multinationals willen hun goedkope grondstoffen behouden om hun exportpositie vast te houden en de winst te maximaliseren. De redenen waarom het systeem moet wijzigen zijn urgent genoeg: het klimaat, de biodiversiteit, waterkwaliteit, bodemvruchtbaarheid, gezondheid, dierenwelzijn… Er zijn vooraanstaande wetenschappers die ons voorhouden dat het overleven van de mensheid afhangt van de keuzen die we de komende jaren maken. Er is teveel in disbalans op aarde wat hersteld kan worden ‘met een beetje minder’. Een paar innovaties gaan ons niet meer uit deze situatie helpen. Maar wat dan wel? Als ik in de Raad van Bestuur van Friesland Campina zou zitten, zou mijn toekomstverwachting er als volgt uitzien:

  1. We verwachten een halvering van de dierlijke consumptie en van de dierlijke productie in Nederland en daarom schalen we op nationaal niveau de omvang van de melkveebedrijven met gemiddeld 50% af bij een groei van het aantal melkveehouders van 15.500 naar 20.000 melkveehouders met een totaal van 1 miljoen melkkoeien (en maximaal 2 miljoen runderen incl. jongvee). De nationale melkproductie gaat in 5 tot 10 jaar terug van 13,8 miljard kg melk in 2019 naar 7,5 miljard kg melk in 2030.
  2. We schakelen voor 50% over op biologische melkveehouderij om de noodzakelijke doelen voor biodiversiteit, dierenwelzijn en gezondheid te realiseren en houden voor de gangbare melkveehouderij strikte regels aan om een bijdrage te leveren aan reductie van de uitstoot en versterking van het dierenwelzijn. Want FC wil een koploper zijn in verduurzaming en toegevoegde waarde.
  3. We compenseren de verminderde productie met een sterk verhoogde verwaarding van onze kostbare producten door onze maatschappelijke bijdrage aan klimaat, biodiversiteit, waterkwaliteit en gezondheid door te belasten in het product met een fiscale en wettelijke bescherming van het duurzame productiemodel voor de hele EU, zoals de Farm to Fork strategie voorstaat. Dit fiscaal-wettelijke productiemodel voorkomt dat grote inkopende partijen, zoals supermarkten, hun verantwoordelijk ontlopen.
  4. We zetten onze kennis en kunde in om opkomende landen te ondersteunen in het realiseren van een duurzaam productiemodel voor lokale en regionale markten, waarmee wij de 50% importreductie van krachtvoer en de 50% exportreductie van zuivelproducten kunnen realiseren, terwijl we onze doelstelling om de wereldbevolking te helpen voeden gestand doen.

En in iets andere bewoordingen en met andere getallen kunnen de toekomstverwachtingen van Unilever, Vion, Agrifirm, Agrico, Plukon, AH-Delhaize, Jumbo en al die andere grote Nederlandse spelers van de levensmiddelensector herschreven worden. Met steun van de banken, de Rabo voorop, want geld vloeit naar het model met de minste onzekerheid en de grootste winstverwachting.

De sleutel ligt dus niet zozeer bij burger, boer of politiek, maar bij de bedrijven en banken die grootverdiener zijn geworden in het huidige kostenefficiënte productiemodel. Daar ligt de verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om het roer om te gooien en boer en burger daarin mee te nemen.

En ik begrijp dat het voor bedrijven lastig is om hun businessmodel aan te passen. Het lijkt eenvoudiger en veiliger om met kleine cosmetische aanpassingen verder te kunnen op de ingeslagen weg en te gokken op toekomstige innovaties die het probleem pijnloos wegnemen. Zij gaan liever te biecht bij de illusionisten van de eindeloze groei en onbeperkte innovatiemogelijkheden. Misschien dat lezing van het boek Scale (2017) van Geoffrey West hen tot andere inzichten kan brengen. Deze natuurkundige bestudeerde de wetten van schaalverhoudingen tussen de meest uiteenlopende en complexe systemen. De groei van onze samenleving is niet exponentieel, maar supra-exponentieel. Het substraat is de aarde, de energiebronnen, de landbouw en voeding. Maar die hangen samen met natuur, biodiversiteit en klimaat, waar grote verstoringen in plaats vinden. De supra-exponentiële groei is mogelijk gemaakt door innovaties, zoals de industriële revolutie, de telefonie, de landbouwrevolutie met chemische middelen, de computer, internet en social media. Om de groei aan de gang te houden wordt de noodzakelijke interval van de grote vernieuwingen steeds korter. Op dat punt trekt West de vergelijking met de rat in een carrousel die steeds harder gaat draven om vooruit te blijven. Voor het dier lijkt het een weg vooruit. Voor ons als toeschouwer zien we dat het arme beestje stil staat.

Om de bedrijven en alles wat met hen samenhangt uit de ratrace te bevrijden, komen de burger en de politiek om de hoek kijken. De burger kiest voor verandering: een leefbaar klimaat, gezonde voeding, toekomst voor de kinderen en kleinkinderen. De politiek legt een nieuw wettelijk en fiscaal kader op waarin de nieuwe doelen van het voeding en landbouwsysteem voor de komende decennia geborgd zijn: klimaatneutraal en met bescherming van biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, dierenwelzijn, gezondheid en eerlijke prijzen voor boer en burger.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s