Het is moeilijk om niet afgeleid te raken door actuele gebeurtenissen. De boerenacties nemen toe en ze dreigen de distributiecentra voor de Kerst met tractoren te blokkeren. ‘Ze betalen te weinig!’ klinkt nu uit de mond van de actieleider. De supermarktorganisatie CBL heeft een kort geding aangespannen. Ze komen op voor het volk en… een miljard omzet in gevaar. Opwinding, dus terug naar de onderstroom.
De tweede onderliggende oorzaak is het verschijnsel van machtsconcentratie door opschaling en efficiëntie verhoging in alle bedrijfssectoren. Als je veel wilt verdienen in een sector, moet je zorgen dat je de keten beheerst. In de jaren zestig van de vorige eeuw waren er 300.000 boeren en was er een veelkleurigheid aan tienduizenden bakkers, slagers, groentewinkels en buurtwinkels. Er zijn nog ruim 50.000 boeren over (over 15 jaar naar verwachting 20.000) en in totaal 5 supermarktinkopers beheersen meer dan 95% van de levensmiddelenverkoop. De grootste bedreiging voor de traditionele winkels zijn de web- en bezorgwinkels, die kosten reduceren op huur, personeel en voorraad aanhouden. Geert Mak merkte onlangs op in een interview dat de boeren aan het verkeerde adres zijn met protesten in Den Haag en de provinciehuizen. Ze zouden de hoofdkantoren van de supermarkten moeten belegeren. En dat dreigt nu dus te gebeuren. De boeren zijn de zwakste schakel in de voedingsketen en lopen het grootste risico van mislukte teelten. Om mee te kunnen moesten boeren investeren in een groter bedrijf, meer dure techniek en stallen of kassen. Wie als eerste de sprong maakte, verdiende even veel geld en kocht een nieuwe auto of trekker. Zijn buurman volgde zijn voorbeeld en dat drukte de prijs want het aanbod goedkoper product groeide snel. De boer die niet investeerde kon niet meer mee en stapte uit. Ondanks de schaalvergroting zijn boeren gemiddeld genomen niet beter gaan verdienen. 40% heeft een inkomen onder het minimum. Daar staat tegenover dat boeren met grond veel kapitaal hebben: 17% is miljonair, vooral vanwege grondbezit. In de Flevopolder zou onlangs landbouwgrond weggegaan zijn voor 250.000 Euro per hectare. Niet voor landbouw, maar voor plaatsing van zonnepanelen. Ik heb het niet geverifieerd, maar prijzen van 125.000 per hectare zijn daar heel gangbaar. Met 8 hectare ben ja dan al miljonair in die polder. Ook binnen de boeren is een sociale tweedeling ontstaan: rijke en arme boeren.
Er zijn boeren die andere keuzen hebben gemaakt: biologische boeren. Zij boeren met de natuur mee en vangen hogere prijzen, waarmee hun bedrijfsvoering financieel gezond is en de omgeving niet belast wordt door pesticiden, kunstmest en mestoverschotten. Bovendien leveren ze een bijdrage aan vermindering van het klimaatprobleem, bescherming biodiversiteit, schoon water en een mooi landschap. Je zou kunnen zeggen: biologische boeren van het eerste uur zijn uit het heersende kostenefficiënte model gestapt en zijn een beginpunt geweest van verandering en een nieuwe keten. Ze hebben geleidelijk steeds meer navolging gekregen en biologisch is ook geïntegreerd geraakt in de supermarkten. Nu ook daar gevochten wordt om de gunst van de groene consument begint het zich opnieuw door te vertalen naar druk op de prijzen en dus schaalvergroting in het biologisch boeren. Tenzij de machtsverhouding tussen boer-handel-retail hersteld wordt. Bijvoorbeeld met verplichte kostprijs plus beloning, het niet mogen incalculeren van vergroeningssubsidies en verbod op verkoop van levensmiddelen onder de kostprijs plus 10% marge. Misschien zijn er hele onconventionele middelen nodig: verplichting om te melden wat de boer gekregen heeft voor zijn product. Om te beginnen bij vers producten, maar zeker ook bij verwerkte producten. Voor bedrijven als Unilever en Coca Cola is er geen verband tussen inkoopprijs en verkoopprijs. Het doel is zoveel mogelijk verdienen en “share holders value” creëren. De inkoopprijs moet zo laag mogelijk zijn en de marketingcampagnes moeten de consument misleiden in hun behoefte aan goedkoop suikerwater en caloriebommen op een stokje. Voor hoofdprijzen.
De lage prijzen strategie van de kostenefficiënte ketens heeft zo kunnen doorslaan omdat er geen prijs staat op de schade die aangericht wordt door landbouwgif, kunstmest en monoculturen aan natuur, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, waterkwaliteit en dierenwelzijn, en door slechte voeding aan de gezondheid. Het verband tussen kostenefficiënte landbouw en de natuur en het klimaat is evident. Het laatste gaat ten koste van het eerste. Het verband tussen voeding en welvaartsziekten plus stijgende ongezondheidskosten is ook evident. We klagen over de almaar stijgende zorgkosten en weigeren het probleem bij de wortel aan te pakken. Want dan moeten we nu iets veranderen, waar we aan verslaafd zijn geraakt: goedkoop en ongezond eten vol suiker, verzadigde vetten en zout.
Ongezondheid en de klimaatcrisis dwingen ons. Zonder pijn geen verandering. En pijn is er in de landbouw. Acuut nu met stikstof en mest.
Het aanbod van de gangbare boerensector om het mestprobleem op te lossen is komisch: koeien naar buiten, minder kunstmest en minder krachtvoer. Drie maatregelen die de gangbare sector massaal heeft ingezet om aan de prijsdruk van de supermarkten tegemoet te komen. En er wordt van de overheid 2,9 miljard Euro gevraagd om die maatregelen te financieren en verder met rust gelaten te worden. De bypass via de belastinggelden is de zoveelste poging om de pijn bij ketens weg te houden en de burger via een omweg te laten betalen. Voor gezonde marktwerking, waar sectoren altijd zo vol van zijn, moet het geld voor die op zichzelf prima maatregelen uit de markt komen, ofwel de supermarkten en de Unilevers moeten dat ophoesten. En die hebben daar geen zin in, want ze vechten elkaar de tent uit om de gunst van de koper. Ze zijn verslaafd aan lage prijzen en hoge rendementen. Bovendien gaat 80% de grens over en wordt net zo makkelijk uit het buitenland geïmporteerd als de Nederlandse boer te duur wordt.
De boze boer doet er goed aan om zich te richten tot de boze burger en samen op te trekken naar de hoofdkantoren van de supermarkten (niet de distributiecentra!) en hun afnemers in de tussenhandel, de slachterijen, pakstations voor eieren en de multinationale merkenhuizen. En ja, dan gaat de burger weer meer betalen voor zijn eten, maar hij krijgt er ook wat voor terug: een leefbaar platteland, mooie natuur, minder risico op ziektes door landbouwgif en ongezond eten, en schoon water en schone lucht. En sterke reductie van de stikstofemissies die ten grondslag liggen aan de klimaatopwarming. Als we daar geen haast mee maken, dan zadelen we de jeugd, vaandeldrager van het klimaatprotest, op met een onleefbare wereld. Voortmodderen zoals we nu doen resulteert in een temperstuurstijging van 3.5 graden en een zeespiegelstijging van enkele meters. 45% van de jeugd ziet klimaat als het meest urgente probleem. Wanneer schrikt de hedonistische vijftigplusser wakker uit zijn SUV? Als half Nederland onder water dreigt te verdwijnen? Wake up, je gaat het nog meemaken als je nog 25 jaar in waterland Nederland voor de boeg hebt. De nu nog leeglopende provincies op het zand gaan het weer druk krijgen.
PS: Mocht de kalkoen en de rollade de kersttafel niet halen dit jaar vanwege blokkeerboeren bij de supermarkten, dan zijn er gelukkig nog biologische winkels die alle ingrediënten in huis hebben voor een kerstmaal met een goed verhaal van boer tot bord. Geniet samen van een vredige Kerst!