Natuurlijk heeft u het grote nieuws ook gelezen: eenderde van de jaarlijkse kankergevallen, 40.000 van de 120.000, zijn te wijten aan ongezond leven, zeg maar roken, eten en drinken. Een ongemakkelijke waarheid voor iedereen: de gebruiker (de consument), de aanbieder (de fabrikant) en de gedoger (de overheid). En wat voor kanker geldt, zal grosso modo ook voor veel andere ziektes gelden, zoals diabetes 2 en hart- en vaatziekten. Er valt miljarden te besparen op de collectieve gezondheidskosten als de consument minder gaat gebruiken, de fabrikant minder gaat aanbieden en de overheid stopt met gedogen.
Nu is het ook het seizoen voor de lijstjes in duurzaamheid en leiderschap. Veel mensen uit de voedings top 100 ontbreken in de lijstjes, terwijl Nederland toch voedingsexporteur nummer 2 in de wereld is met circa 75 miljard op jaarbasis. De enige van de grote jongens die wel hoog scoort is Paul Polman. Hij wordt geroemd om zijn visie en het elan waarmee hij duurzaamheid binnen en buiten zijn bedrijf propageert. Dat is prijzenswaardig, maar gezondheid maakt kennelijk geen deel uit van de duurzaamheidsvisie van Unilever. Want ook de producten van Unilever, zoals Magnum, Knorr en Lipton staan stijf van de suiker, zout en vet, de drie belangrijkste boosdoeners in het woud van samengestelde producten die net als de rookartikelen ten koste gaan van de gezondheid.
Het is nog niet zo lang geleden dat de voedingsindustrie zich collectief verschool achter het argument dat 1 magnum, cola, mars of lays geen kwaad kan. Kunnen zij er wat aan doen dat ze er maar van door blijven eten… Nu bekend is dat zoet, zout en vet net zo verslavend zijn als sigaretten, liggen de kaarten anders. De voedingsindustrie heeft zich suf getest om producten te maken die tot dooreten aanzetten en suiker, zout en vet spelen daarin een cruciale rol. De accijns op verslavende stoffen in eten moeten er nodig komen, anders blijft het dweilen met de kraan open. De CEO’s van levensmiddelengiganten die deze handschoen oppakken, kunnen zich onsterfelijk maken.