In mijn vakantie heb ik eindelijk het monumentale boek The wizzard and the prophet van Charles Mann gelezen. Op hoofdlijnen was de inhoud mij bekend via recensies en reacties: natuurwaarnemer Voigt versus wetenschapper Borlaug als spil van de ideeenoorlog tussen de holistische en de reductionistische wereldbeschouwing in de landbouwontwikkeling van de afgelopen honderd jaar. Vertrouwen op de heelheid van de natuur waar we deel van uitmaken of vertrouwen op het verstand van de mens die de natuur haar wil oplegt en modelleert naar eigen believen? De een bestudeerde ineenstortende ecosystemen op locatie in opdracht van de guanowinning op de eilanden voor Peru en de ander bestudeerde de schimmelinfectie ‘stem-rust’ op tarwe en startte een veredelingsprogramma om resistente tarwegewassen te creëren die in combi met kunstmest en bestrijdingsmiddelen hoge opbrengsten opleverden. Ecologisch systeemdenken tegenover high-tech eco-modernisme.
In eerste instantie heeft de geschiedenis ruim baan verleend aan high-tech ecomodernisme. De combinatie van succesvolle veredeling, kunstmest en bestrijdingsmiddelen heeft de wereldvoedselproductie vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw tot begin deze eeuw een enorme boost gegeven. Gelabeld als de “green revolution” heeft ze de geschiedenisboeken gehaald. Die naam zegt wel iets over de toen heersende perceptie van de overwinning van de wetenschap op de vermaledijde natuur die altijd roet in het eten gooit. Na tienduizend jaar geploeter in de landbouw eindelijk de schimmels, bacterien en insecten de baas dankzij veredeling, kunstmest en chemie. In your face, nature!
Er waren ook andere inzichten, zoals de pioniers van de biologische landbouw die de aandacht op de bodem vestigde als startpunt van duurzame en gezonde landbouw en voeding. Maar hun stem was zwak in vergelijking met de triomferende wetenschappers die op het schild gehesen werden door de voedingsindustrie en de politiek. De naoorlogse jaren vanaf ‘45 zijn toch vooral de gloriejaren van de steeds verder intensiverende landbouw. De protagonisten van de biologische beweging werden weggezet als geiten-wollen-sokken en zweefteven die een appel deden op vage termen als ‘levenskracht’, ‘heelheid’ en ‘organisch groeien’. Met doorbraken in de veredeling van grote commodity-teelten als graan, rijst en mais, in combi met kunstmest en bestrijdingsmiddelen, schoten de oogstopbrengsten omhoog en nam de afhankelijkheid van vruchtbare bodems juist af. In Europa was Mansholt de protagonist en politiek wegbereider voor de groene revolutie. Al snel vormden zich enorme overschotten en kwam de boer meer op de wind te staan toen de garantieprijzen werden omgezet in hectaresteun. Alleen door groei en kostpprijsverlaging kon de boer blijven verdienen. Banken financierden maar al te graag en de rest van de keten was verzekerd van lage grondstofprijzen en hoge winsten. Nederland was de beste leerling van de Amerikaanse klas.
En ja, er bleef een tegenbeweging in tact die heel geleidelijk aan kracht won, omdat een betrekkelijk kleine, maar kritische groep intellectuelen, boeren en burgers zich steeds sterker afkeerde van chemische landbouw. Het boek Silent Spring van Rachel Carson, dat op 27 september 1962 verscheen, wordt gezien als het startschot van de milieubeweging en leidde ertoe dat de politiek kritischer ging kijken naar de wildgroei aan pesticiden. De beoordelingssystematiek en maximum toelaatbare restanten in levensmiddelen zoals we die vandaag de dag kennen zijn daar uit voort gekomen. Het invloedrijke boek heeft de groei-explosie van de chemisch-synthetische landbouw niet kunnen voorkomen. Net zo min als het rapport van de Club van Rome dat in 1972 verscheen het tij heeft kunnen keren. Integendeel, de verslaving aan oogst- en opbrengstvermeerdering door middel van mechanisatie, chemie, kunstmest, veredelingstechnieken, stalsystemen, fokprogramma’s, voedingsschema’s en wat er nog meer bij komt kijken is groter dan ooit. De boerenstand is gedecimeerd, terwijl de opbrengsten verveelvoudigd zijn in zestig jaar. Sinds een jaar of tien is de groei aan het stagneren. Er wordt door middel van genetische manipulatie naarstig gezocht naar nieuwe superrassen die de volgende oogstverdubbeling moeten gaan bewerkstelligen. We zijn immers op weg naar 10 miljard monden in 2050 die gevoed moeten worden…
Mann besteedt heel weinig aandacht aan het achterliggende mechanisme dat de triomf van de “groene revolutie” heeft voortgestuwd. Om met oud-president Clinton te spreken: ‘It’s the economy, stupid!’ De levensmiddelenindustrie is dankzij de bevolkingsexplosie na de Tweede Wereldoorlog heel groot geworden. En ze is enorm geconsolideerd geraakt door niet aflatende overnamegolven. De Bayers, Syngenta’s, de 4Farmers en de John Deers domineren de inputs, hulpmiddelen en data voor intensief boeren, de ADM’s, Bunge’s, Cargills en Louis Dreyfusen domineren de grondstofstromen, de Unilevers, Nestle’s Danone’s, Arla’s, Friesland Campina’s en hun nog grotere evenknieën in de VS, Japan en China domineren de merken en de supermarktketens in grote en minder grote landen domineren de afzet naar de consument, steeds meer bedreigd door de Amazons en Alibaba’s die alle consumentenverkoop in handen willen krijgen en dus ook de verkoop van voeding. Consolidatie betekent macht en macht betekent veel winst. En veel winst betekent aantrekkelijkheid voor beleggers, institutioneel en particulier. Als een onderneming veel waarde heeft, zijn er veel beleggers die er belang bij hebben dat die waarde toeneemt. Wat is een mooier vooruitzicht dan groei naar 10 miljard mensen die allemaal moeten eten? En straks ook nog pensioen willen ontvangen via de beleggingen van hun pensioenfondsen. Iedereen heeft belang bij het doordraaien van deze molen. En wie de trechterhalzen in zijn portefeuille heeft, zoals de veevoergiganten, zaadgoed- en pesticidereuzen, oliecrushers, de wereldmerken, netwerk van (digitale) verkooppunten met miljoenen trouwe klanten die bij jou hun voeding kopen en hun financiers, zijn gegarandeerd van veilige inkomsten en groeiende afzet. Die eenmaal verworven posities consolideren is een doel op zichzelf, dat zich door niets of niemand laat afstoppen.
Maar de weerstand tegen de praktijken van de agro-chemische voedingsmolen is de afgelopen decennia steeds verder toegenomen. In de jaren zeventig ontstonden de eerste knullige structuren voor de verkoop van biologische producten. In de jaren tachtig kregen die een impuls vanwege toenemende zorg om het milieu en de gezondheid. De jaren negentig en het eerste decennium van deze eeuw waren de jaren van de grote calamiteiten en schandalen, zoals de gekke koeien ziekte, de varkenspest, de vogelgriep en Q-koorts. De silent spring is de afgelopen decennia werkelijkheid geworden in de groene woestijn van de groene revolutie; 70% van de biodiversiteit is verdwenen sinds het boek van Rachel Carson verscheen. De gezondheidszorg is onhoudbaar als gevolg van het overaanbod van goedkoop ongezond eten waar de meeste winst mee te behalen valt. En toen verscheen het Coronavirus, dat misschien niet een op een toegeschreven kan worden aan een individueel ‘bedrijfsongeval’, maar wel aan de wijze waarop we onze voedingsvoorziening hebben ingericht ten koste van natuur en biodiversiteit. De bufferzone tussen opeen gehokte dieren en dichtbevolkte steden en landen is te smal geworden. En net als in de Bijbel komen de plagen nooit alleen. De grootste bedreiging van dit moment is de klimaatverandering door menselijke invloed. De enorme hoeveelheden energie die de groeiende wereldbevolking door groeiende economische activiteiten verbruikt en de daarmee gepaard gaande stikstof uitstoot in de atmosfeer, gaat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid leiden tot 2 a 6 graden temperatuurstijging met grote gevolgen voor de mensheid.
Waar is hier de nooduitgang? Waarom haasten overheden zich niet om de door de wetenschappers van IPCC geadviseerde noodscenario’s uit de kast te trekken? Waarom reageert Rutte met de populistische woorden dat het wel gezellig moet blijven en we lekker moeten kunnen blijven barbecuen? Omdat kinderen beter dan premiers begrijpen wat er moet gebeuren en zij geen rekening hoeven te houden met de belangen van hun ‘old school network’ en de stem van de kiezer.
Mann vertelt in zijn proloog dat hij in zijn geboortedorp af en toe de beroemde microbiologe Margulis tegen het lijf liep. Ze informeerde of hij zich nog steeds bezig hield met bedreigde diersoorten. Hij verzwijgt dat hij zich op het duo Voigt en Borlaug heeft gestort, want hij weet wel hoe zij erover denkt. De menselijke soort is exceptioneel succesvol en ‘it is the fate of every successful species to wipe itself out. Niet perse uitsterving, maar iets onversneden vervelends waardoor de menselijke onderneming schipbreuk leidt.’ (Vert. BvdI) Noch terug naar de natuur, noch vooruit met techniek gaat de oplossing brengen. Soorten die te succesvol zijn wacht het lot van de bacteriestam in het petrischaaltje van de bioloog; exponentiële groei totdat het schaaltje in de laatste tien seconden volloopt en ineenstort door gebrek aan voeding.
Mann heeft de moed nog niet opgegeven. De idealist Voigt en de vooruitgangsdenker Borlaug geloofden allebei in het vermogen van de mensheid om uit te stijgen boven het natuurlijke mechanisme en er niet door vermorzeld te worden. Zonder het expliciet uit te spreken spreekt hij vertrouwen uit in mensen om, eenmaal doordrongen van de noodsituatie, alle kennis en middelen in te zetten om ons als collectief aan te passen en te overleven.
Het voorbije jaar ontneemt de optimisten onder ons de zuurstof om te blijven dromen van een snelle ‘global awakening’. Overstromingen, bosbranden, hitterecords op vele continenten en het voortwoekerende Coronavirus heeft weinigen ervan weerhouden om weer ‘van de vrijheid te genieten’ en de oververhitte toeristenoorden te bezoeken. We laten onszelf niet graag inperken en vinden dat vooral anderen verantwoordelijk zijn en er wat aan moeten doen. En de mondiale elite van miljardairs, de groep die het zich kan permitteren om zich uit de problemen te kopen, heeft het drukker met de continuïteit van vermogensgroei dan de continuïteit van onze soort op de razendsnel opwarmende aarde. Ook de regeringsleiders, afgelopen najaar bijeen in Glasgow, blijven zich herhalen met holle frasen en loze beloften. Rutte die ‘actie, actie, actie’ roept in de camera van de NOS. Ongeloofwaardiger is nauwelijks denkbaar en toch volop steun, want de barbecue kan gezellig doorgaan tijdens de Indian summer die tot ver in november(!) heeft aangehouden. Weg optimisme. Het is realistischer om tot de conclusie te komen dat het probleem ons boven het hoofd gegroeid is en wij niet in staat zijn om het op te lossen. Net als het relatief kleine probleem van Corona. De korte termijn impulsen winnen het meestal van het vermogen om behoeften uit te stellen. Ik nu, wij later. Degenen die het probleem veroorzaakt hebben, kunnen het zelf niet oplossen. Vrij naar een van de grootste wetenschappers die de mensheid voortgebracht heeft: Albert Einstein. Ik betrok dat altijd op de Wizzards die met nieuwe technieken problemen te lijf gaan die ze zelf met een eerdere vinding veroorzaakt hebben. Wrijven in een vlek. Daarom kon ik optimist zijn, omdat ik via mijn werk een groeiend bewustzijn heb gediend om zonder chemie en andere onnatuurlijke kunstgrepen landbouw te bedrijven die gezonde en eerlijke producten voortbrengt met respect voor de natuur. Ik vrees dat ik te optimistisch ben geweest. We zijn allemaal onderdeel van het petrischaaltje Aarde, waarop we overleven zolang de voedingsbodem ons voldoende blijft geven. Met de groeiende wereldbevolking is er meer voedsel nodig om alle monden te voeden. Alle middelen daarvoor zijn geoorloofd, ben je geneigd te zeggen, en daarom zouden tovenaars en profeten eendrachtig moeten samenwerken om dat doel te bereiken. Dan moet je gezamenlijk eerst de vraag beantwoorden of de oplossing in aanpassing aan en optimale coëxistentie met het ecologische systeem ligt (profeten), of in het beheersen en naar de hand zetten van dat systeem door middel van technieken, zoals chemie en genetische manipulatie (tovenaars). Je zou zeggen dat met name de razendsnelle klimaatverandering door menselijk handelen en de enorme bedreiging daarvan voor iedereen, genoeg urgentie heeft gekregen om tot gemeenschappelijk perspectief te komen. Zolang we op twee benen blijven hinken, onszelf niets willen ontzeggen en blijven gokken op de toverstaf, zetten we alles in de waagschaal. Alles vanuit menselijk perspectief, want het overige leven op aarde kan prima zonder ons.