Omslag in de landbouw

 

Op 3 oktober was ik aanwezig bij een startbijeenkomst over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IVMO) op de boerderij van initiatiefnemer en kwartiermaker Jan Huijgen. Onder meer staatssecretaris van Landbouw, Martijn Van Dam, minister van Handel Ploumen en ZLTO-voorzitter Hans Huijbers spraken daar over de noodzaak van de vereiste omslag in ons landbouw- en voedingssysteem. De bekende thema’s kwamen voorbij: het voeden van 9 miljard monden in 2050, het creëren van voedselzekerheid terwijl de bodemvruchtbaarheid schrikbarend afneemt, de bijdrage die de landbouw moet en kan leveren aan de klimaatdoelstellingen door vastlegging van CO2 in de bodem, behoud van biodiversiteit, gezonde voeding in een wereld waar obesitas de overhand neemt, de eerlijke verdeling van voeding over de hele wereld en de effecten van wat wij doen op minder bedeelde landen, het leefbaar houden van het platteland en een eerlijke prijs voor de boer… Allemaal thema’s die vanuit de landbouw en de voedingsketen oplosbaar zijn.

Martijn van Dam gaf nog maar eens aan voor welke grote opgave we staan: als we doorgaan zoals we gewend zijn hebben we straks 4 aardbollen nodig om iedereen te voeden en van energie te voorzien. Dat kan niet, dus moet de landbouw en voeding in 30 jaar tijd om naar een compleet duurzaam systeem dat aan één aardbol genoeg heeft. Hans Huijbers hamerde er vooral op dat de landbouw niet het probleem is, maar juist de oplossing in huis heeft voor de maatschappelijke knelpunten. Een eerlijke prijs is daarvoor onontbeerlijk en applaudisseren voor de supermarkt met de goedkoopste prijs hoort daar niet meer bij. Hij liet zijn hart spreken toen hij zei dat het hem pijn doet dat zijn generatie het werk van de voorgaande generaties teniet doet door de kwaliteit van de bodem aan te tasten.

Jan Huijgen, biologische boer en winnaar van de Mansholtprijs in 2007, ziet in het verbinden van boer en burger de oplossing. Zij willen hetzelfde en dus moeten zij de handen ineen slaan. Zijn gewaagde plan is om met 100 boerenbedrijven een pilot aan te gaan, waar boer en burger samen bepalen wat ze van elkaar nodig hebben. Misschien wel het mooiste aspect van zijn initiatief is de brug die hij als biologische boer slaat tussen de gangbare boeren, de overheid en de boeren die al maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarmee komt biologisch uit haar veilige omgeving en stelt kennis beschikbaar om de hele landbouw te inspireren om de weg te gaan van een kostprijs gedreven model naar een waarden gedreven model.

Dit model van waardevermeerdering is precies waar het in de discussie over true cost pricing en accounting om gaat. Kosten niet afwenden op milieu, dieren, bodem, gezondheid of de boer, maar integreren. Het resultaat is de maatschappelijk-inclusieve prijs.

Donderdag 6 oktober vindt het rondetafelgesprek plaats over het fosfaatprobleem in de zuivelsector. Het voorstel van de staatssecretaris om de pijn gelijkelijk te verdelen over alle zuivelboeren (en iedereen met 5 tot 10% te laten krimpen) roept in dit licht grote weerstanden op. De grondgebonden veehouderij en met name de biologische veehouderij heeft part noch deel aan het ontstaan van dit probleem. Ze profiteert niet van de derogatie die de zuivelsector in staat gesteld heeft de mestgiften afhankelijk van de grondsoort 35% tot 47% te verhogen. De prijs voor deze derogatie is een fosfaatplafond, dat door de groei van de (gangbare) zuivelsector nu overschreden wordt. De biologische boeren zijn verplicht grondgebonden en moeten zich wettelijk tot 170 kg stikstof per hectare beperken. Dat betekent in de regel maximaal twee koeien per hectare. Daarmee blijft de biologische boer met zijn koeien ook ver onder de fosfaatnorm. In een systeem van true cost pricing en accounting is het ondenkbaar dat degene die het probleem niet veroorzaakt, wel aan de oplossing moet bijdragen. Oneerlijker kan het niet. Terwijl een brede omschakeling naar biologische melkveehouderij het probleem juist in versneld tempo zal oplossen. De boeren willen en  er worden nieuwe markten aangeboord voor biologische zuivelproducten. Friesland Campina en grote retailers: grijp jullie kans. Maar wel zonder de prijs voor biologische zuivel in de toekomst te verlagen, want de huidige prijs is de juiste prijs en voorkomt dat ook biologische boeren in de kosten efficiënte mal geperst gaan worden.

 

PS: de gangbare melkprijs bij Duitse retailers ligt rond de 45 cent, de kostprijs voor biologische melk. Ondanks deze bodemprijs wordt er geen liter meer door verkocht, terwijl biologische melk met een prijs rond de 1 euro maar blijft doorgroeien. De consument wil dus duidelijk wat anders en steunt de biologische boer. In Nederland ligt de gangbare melkprijs in de retail momenteel rond de 90 cent, terwijl de kostprijs net als in Duitsland rond de  25 cent ligt. Door enkele partijen wordt hier dus goed aan verdiend en het is niet de gangbare boer. Oneerlijker kan het niet.

Plaats een reactie